H3.2 Amsterdam stapelmarkt

3.2 Leerdoel: Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor onze nijverheid en landbouw?
In de 17e eeuw was de bevolking zo sterk gegroeid dat er te weinig voedsel was. Om dit probleem op te lossen werd graan vanuit het Oostzeegebied ingevoerd. Het werd opgeslagen (opgestapeld) in Amsterdam. Europese handelaren kregen door dat je in Amsterdam graan en andere producten kon kopen. De handel met de Oostzee werd zo belangrijk (Moedernegotie).
Boeren stapten over op veeteelt voor de productie van melk, boter en kaas. Hennep en vlas werden verbouwd voor gebruik in de scheepsbouw (nijverheid) voor touw en zeildoek. Dat noemt men 'commerciële landbouw'.

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Leerdoel: Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor onze nijverheid en landbouw?
In de 17e eeuw was de bevolking zo sterk gegroeid dat er te weinig voedsel was. Om dit probleem op te lossen werd graan vanuit het Oostzeegebied ingevoerd. Het werd opgeslagen (opgestapeld) in Amsterdam. Europese handelaren kregen door dat je in Amsterdam graan en andere producten kon kopen. De handel met de Oostzee werd zo belangrijk (Moedernegotie).
Boeren stapten over op veeteelt voor de productie van melk, boter en kaas. Hennep en vlas werden verbouwd voor gebruik in de scheepsbouw (nijverheid) voor touw en zeildoek. Dat noemt men 'commerciële landbouw'.

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
3.2 | Amsterdam stapelmarkt van de wereld
Lees de paragraaf
maken opdrachten 23, 26, 28 en 29


PWW: 
H2.5, 2.6 en H3.2, 3.3 en 3.4


Slide 2 - Tekstslide

Deze les...
  • Nakijken
3.2 | Amsterdam stapelmarkt van de wereld
opdrachten 23, 26, 28 en 29
  • Filmpje over de 'Gouden Eeuw'
  • leervraag 3.3 | De Oost en de VOC
  • Huiswerk opschrijven


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Opdracht 23
Wat is het verschil tussen wat een koopman doet bij handel en bij handelskapitalisme?
Handel: 
  • De koopman koopt handelsgoederen in en verkoopt ze weer.
Handelskapitalisme: 
  • De koopman laat de handelsgoederen bewerken en verkoopt de eindproducten.


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 26
Waarom past deze prent goed bij ‘commerciële nijverheid’?
  • Het fluitschip werd niet alleen voor eigen gebruik gebouwd, maar ook voor de export.


Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 28
Wat is het verband tussen deze lijnbaan en commerciële landbouw?
  • De boeren verbouwden vlas zodat de lijnbaan het kon verwerken tot producten voor de verkoop. De boeren verbouwden geen product om bijvoorbeeld zelf op te eten.


Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 29
Amsterdammers investeerden in nieuwe polders. Hoe kwamen zij volgens Guicciardini aan dat geld en waarom was deze investering winstgevend?
  • De Amsterdammers werden rijk van de overzeese handel met eigen zeilschepen.
  • De landbouw was al commercieel en leverde voor de markten. Daardoor bracht landbouw veel op en was investeren in polders (nieuwe landbouwgrond) dus interessant.



Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
H3.3 De Oost en de VOC
Lees de paragraaf
maken opdrachten 35, 38, 39, 40 , 41, 44, 46 + 50



Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel 3.3 | Waarvoor werd de VOC opgericht en hoe werkte deze handelsmaatschappij?
De VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) werd opgericht om de onderlinge concurrentie tussen kleinere compagnieën tegen te gaan en de winst te verhogen.
De VOC bestond uit kamers (afdelingen). Afgevaardigden van deze kamers vormden de Heren Zeventien, het bestuur van de VOC. 
De VOC had het monopolie (= alleenrecht) op de handel met de Oost.
Om alles te financieren gaf de VOC aandelen uit. Als er winst werd gemaakt deelde men daarin mee. Iedereen kon aandelen kopen.
 



Slide 10 - Tekstslide