H3.2 Amsterdam stapelmarkt

3.2 Amsterdam stapelmarkt
Leerdoel : Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor onze nijverheid en landbouw?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Amsterdam stapelmarkt
Leerdoel : Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor onze nijverheid en landbouw?

Slide 1 - Tekstslide

Deze les....
  • Nee, we bespreken het proefwerk vandaag niet!
  • Leerdoel van 3.2 | Amsterdam stapelmarkt van de wereld.
  • Huiswerk opschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel:
In de 17e eeuw was de bevolking zo sterk gegroeid dat er te weinig voedsel was. Om dit probleem op te lossen werd graan vanuit het Oostzeegebied ingevoerd. Het werd opgeslagen (opgestapeld) in Amsterdam. Europese handelaren kregen door dat je in Amsterdam graan en andere producten kon kopen. De handel met de Oostzee werd zo belangrijk (Moedernegotie).
1/2

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel:
Boeren stapten over op veeteelt voor de productie van melk, boter en kaas. Hennep en vlas werden verbouwd voor gebruik in de scheepsbouw (nijverheid) voor touw en zeildoek. 
Dat noemt men 'commerciële landbouw'.
2/2

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Huiswerk
H3.2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld
lees: blz. 54 t/m 58
Maken opdrachten 24 t/m 28 + 32

Wil je de leertekst markeren? Pak dan je laptop en kijk in ITS Learning!

Slide 6 - Tekstslide

Deze les...
Nakijken opdrachten 24 t/m 28 + 32
Leerdoel H3.3 De Oost en de VOC
Opschrijven huiswerk

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 24
Leg het begrip stapelmarkt uit. Gebruik ijzer en wijn als voorbeelden.
  • Amsterdam bracht Franse wijn naar de stad en sloeg het op in pakhuizen. Vervolgens ging de wijn vanuit het pakhuis naar het Oostzeegebied. Amsterdam importeerde ijzer uit Zweden. Dat werd eerst in pakhuizen opgeslagen. Dat kon weer geëxporteerd worden naar andere landen. Stapelmarkt is dat goederen werden ‘opgestapeld’ in Amsterdam.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 25
Beschrijf wat er in en rond de Beurs gebeurde en leg uit waarom de Beurs zo goed bij een stapelmarkt past.
  • In de Beurs kun je handel drijven, schepen huren, pakhuizen huren, verzekeringen afsluiten, geld lenen, arbeidskrachten aannemen. Allemaal voor de handel en opslag. Dat past bij een stapelmarkt, die draait om opslag van goederen voor de handel.


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 26
Wat is het verschil tussen wat een koopman doet bij handel en bij handelskapitalisme?
Handel: 
  • De koopman koopt handelsgoederen in en verkoopt ze weer.
Handelskapitalisme: 
  • De koopman laat de handelsgoederen bewerken en verkoopt de eindproducten.



Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 27
Op welke twee manieren deed de Republiek dat?
  1. De marine bewaakte op het water de ingang van de Schelde, de toegang tot Antwerpen. 
  2. Dat deed ook fort Rammekens bij Vlissingen.




Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 29

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 32
Wat is het verband tussen deze lijnbaan en commerciële landbouw?
  • De boeren verbouwden vlas zodat de lijnbaan het kon verwerken tot producten voor de verkoop. De boeren verbouwden geen product om bijvoorbeeld zelf op te eten.

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoel 3.3 | Waarvoor werd de VOC opgericht en hoe werkte deze handelsmaatschappij?
De VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) werd, in 1602, opgericht om de onderlinge concurrentie tussen kleinere compagnieën tegen te gaan en de winst te verhogen.
De VOC bestond uit kamers (afdelingen). Afgevaardigden van deze kamers vormden de Heren Zeventien, het bestuur van de VOC.
De VOC had het monopolie (= alleenrecht) op de handel met de Oost.
Om alles te financieren gaf de VOC aandelen uit. Als er winst werd gemaakt deelde men daarin mee. Iedereen kon aandelen kopen.


Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
H3.3 | De Oost en de VOC.
Lezen blz. 58 t/m 61
Maken  opdrachten 38, 41 t/m 44 + 55


Slide 15 - Tekstslide