Hersenbloeding, Herseninfarct en TIA - Kenmerken en Behandeling

Hersenbloeding, Herseninfarct en TIA - Kenmerken en Behandeling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hersenbloeding, Herseninfarct en TIA - Kenmerken en Behandeling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je het ziektebeeld benoemen, de symptomen uitleggen, medicatie benoemen en uitleggen en kennis hebben van diverse behandelmethoden.

Slide 2 - Tekstslide

Geef de leerlingen een overzicht van wat ze kunnen verwachten van deze les.
Wat weet je al over hersenbloeding, herseninfarct en TIA?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn hersenbloeding, herseninfarct en TIA?
Hersenbloeding, herseninfarct en TIA zijn aandoeningen die optreden als gevolg van onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat deze drie aandoeningen zijn.
Symptomen van Hersenbloeding
Symptomen van een hersenbloeding zijn onder andere een plotselinge, ernstige hoofdpijn, verwardheid, zwakte aan één kant van het lichaam en verlies van bewustzijn.

Slide 5 - Tekstslide

Laat afbeeldingen van de symptomen zien en vraag de leerlingen om deze te beschrijven.
Symptomen van Herseninfarct
Symptomen van een herseninfarct zijn onder andere verlamming of zwakte aan één kant van het lichaam, moeite met praten en begrijpen, verwardheid en problemen met het gezichtsvermogen.

Slide 6 - Tekstslide

Laat afbeeldingen van de symptomen zien en vraag de leerlingen om deze te beschrijven.
Symptomen van TIA
Symptomen van TIA zijn onder andere plotselinge verlamming of zwakte aan één kant van het lichaam, problemen met spreken of begrijpen, en verlies van evenwicht.

Slide 7 - Tekstslide

Laat afbeeldingen van de symptomen zien en vraag de leerlingen om deze te beschrijven.
Medicatie voor Hersenbloeding
Medicatie voor hersenbloeding kan onder andere anticoagulantia, antiplateletmiddelen en krampstillers omvatten.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit welke medicijnen worden voorgeschreven voor een hersenbloeding en wat hun functie is.
Medicatie voor Herseninfarct
Medicatie voor herseninfarct kan onder andere antiplateletmiddelen, anticoagulantia en trombolytica omvatten.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit welke medicijnen worden voorgeschreven voor een herseninfarct en wat hun functie is.
Medicatie voor TIA
Medicatie voor TIA kan onder andere antiplateletmiddelen, anticoagulantia en trombolytica omvatten.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit welke medicijnen worden voorgeschreven voor TIA en wat hun functie is.
Verschillende Behandelmethoden
Behandelmethoden voor deze aandoeningen kunnen onder andere chirurgie, revalidatie en medicatie omvatten.

Slide 11 - Tekstslide

Geef een overzicht van de verschillende behandelmethoden en leg uit hoe ze werken.
Chirurgische Behandelingen
Chirurgische behandelingen voor deze aandoeningen kunnen onder andere craniotomie, endovasculaire behandeling en carotisendarteriëctomie omvatten.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit wat deze chirurgische behandelingen inhouden en wanneer ze worden gebruikt.
Revalidatie
Revalidatie kan helpen bij het herstel van hersenbloeding, herseninfarct en TIA en kan onder andere fysiotherapie, ergotherapie en spraaktherapie omvatten.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat revalidatie inhoudt en hoe het kan helpen bij het herstel.
Risicofactoren
Risicofactoren voor deze aandoeningen zijn onder andere hoge bloeddruk, roken, diabetes en een hoog cholesterolgehalte.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat de risicofactoren zijn en hoe ze kunnen worden verminderd.
Preventie
Preventie van deze aandoeningen kan onder andere worden bereikt door regelmatige lichaamsbeweging, een gezond dieet en het stoppen met roken.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit hoe deze preventieve maatregelen kunnen helpen bij het verminderen van het risico op deze aandoeningen.
Quiz
Test je kennis over hersenbloeding, herseninfarct en TIA met deze quiz!

Slide 16 - Tekstslide

Geef een quiz voor de leerlingen om hun kennis te testen.
Bronnen
Hier zijn enkele nuttige bronnen om meer te weten te komen over hersenbloeding, herseninfarct en TIA.

Slide 17 - Tekstslide

Verwijs de leerlingen naar nuttige bronnen waar ze meer informatie kunnen vinden.
Bedankt!
Bedankt voor het volgen van deze les over hersenbloeding, herseninfarct en TIA.

Slide 18 - Tekstslide

Sluit de les af en bedank de leerlingen voor hun tijd.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.