Oefentoetsje oefenen M3 Arm en Rijk, Bronnen van Energie

Oefentoets 

De Geo Arm & Rijk


Energie



1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets 

De Geo Arm & Rijk


Energie



Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn fossiele energiebronnen
A
windenergie
B
biomassa
C
steenkool
D
kernenergie

Slide 2 - Quizvraag

Uitputbare energie
Vernieuwbare energie
Wind
Olie
Zon
Aardgas
Aardwarmte
Steenkool
Stromend water
Kernenergie

Slide 3 - Sleepvraag

GROENE ENERGIE
GRIJZE ENERGIE
CO-2 Neutraler
Hernieuwbaar

Slide 4 - Sleepvraag

Zonne energie is.?
A
Grijze energie
B
Groene energie
C
Blauwe energie
D
Zwarte energie

Slide 5 - Quizvraag

Hoe worden fossiele brandstoffen ook genoemd?
A
onconventionele energie
B
niet duurzame energie
C
schone energie
D
groene energie

Slide 6 - Quizvraag

Aardgas ontstaat uit plankton
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

De steenkool voorraad is veel groter dan aardolie en aardgas
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

waterkracht
windenergie
kernenergie
zonne-energie

Slide 9 - Sleepvraag

Windenergie
Zonneenergie
Waterkrachtcentrale
Aardgas
Kernenergie

Slide 10 - Sleepvraag

Bij het ontstaan van aardgas kwam er ook een andere fossiele brandstof bij kijken. Welke?
A
veen
B
steenkool
C
Uranium
D
plankton

Slide 11 - Quizvraag

Windenergie is:
A
duurzame energie
B
fossiele brandstof
C
kernenergie

Slide 12 - Quizvraag

Par 3.5 Noem 2 kenmerken van wijken of inwoners met een 'lage economische status'

Slide 13 - Open vraag

Par 3.5 Waar zijn de verschillen tussen arm en rijk in Nederland groter?
A
Er zijn grote verschillen tussen steden onderling
B
Er zijn geen verschillen in NL
C
in landelijke gebieden
D
in steden

Slide 14 - Quizvraag

Arme wijken
Rijke wijken
Hoogbouw
Laagbouw
Huurwoningen
Koopwoningen
Hoge WOZ-waarde
Lage WOZ-waarde

Slide 15 - Sleepvraag

Waarom trekken jongeren veelal naar de Randstad?

(2 redenen, je kunt er 1 aanklikken)
A
beter wonen, rust en landelijk
B
beter werk, hoger inkomen
C
grotere huizen, lagere grondprijzen
D
Hogere opleidingen, betere ziekenhuizen

Slide 16 - Quizvraag

Welke vorm van stadsvernieuwing zie je?
A
Saneren
B
Renoveren
C
Vinex-wijk
D
Nieuwbouw

Slide 17 - Quizvraag

Het opknappen van verouderde huizen noemen we saneren.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noemen we een plan van de gemeente om de buurt anders in te richten?
A
streekplan
B
regioplan
C
herinrichtingsplan
D
bestemmingsplan

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een achterstandswijk?
A
Slechte leefbaarheid
B
Veel sociale problemen
C
Weinig werkloosheid
D
Laag opgeleide bevolking

Slide 20 - Quizvraag

De beroepsbevolking zijn alle mensen die tegen betaling werken en de werklozen.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een groot nadeel van het hebben van tijdelijk werk?
A
Je verdient het minimumloon
B
Het is lastiger om een huis te kopen.
C
Het is alleen voor hogeropgeleiden.
D
Het is alleen voor studenten.

Slide 22 - Quizvraag

Het verbeteren van de woningen in een woonwijk noem je ook wel:
A
Renovatie
B
Sanering
C
Nieuwbouw
D
Armoedebeleid

Slide 23 - Quizvraag

In de grote steden is de gezondheid slechter dan gemiddeld.
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quizvraag

Welk antwoord heeft niet te maken met welzijn
A
Onderwijs
B
Gezondheidszorg
C
Koopkracht
D
BBP per persoon

Slide 25 - Quizvraag

Saneren
Restaureren
Renoveren

Slide 26 - Sleepvraag