H3 - gramm hst.1

Chapitre 1
Een kleine herhaling van de grammatica van hst.1.

  1. ww tijden
  2. pluriel
  3. il faut
  4. wat kan ik oefenen?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 1
Een kleine herhaling van de grammatica van hst.1.

  1. ww tijden
  2. pluriel
  3. il faut
  4. wat kan ik oefenen?

Slide 1 - Tekstslide

Présent
  1. (parler) Nous ..... beaucoup
  2. (écrire) Tu ..... une lettre
  3. (punir) Je ..... le chien
  4. (perdre) Elles ..... le match de foot
  5. (faire) Vous ..... un gâteau

Slide 2 - Tekstslide

Passé composé
  1. (parler) Nous ..... beaucoup
  2. (écrire) Tu ..... une lettre
  3. (punir) Je ..... le chien
  4. (perdre) Elles ..... le match de foot
  5. (faire) Vous ..... un gâteau

Slide 3 - Tekstslide

Futur Simple
  1. (parler) Nous ..... beaucoup
  2. (écrire) Tu ..... une lettre
  3. (punir) Je ..... le chien
  4. (perdre) Elles ..... le match de foot
  5. (faire) Vous ..... un gâteau

Slide 4 - Tekstslide

Futur Proche
  1. (parler) Nous ..... beaucoup
  2. (écrire) Tu ..... une lettre
  3. (punir) Je ..... le chien
  4. (perdre) Elles ..... le match de foot
  5. (faire) Vous ..... un gâteau

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud
  • Normaal:    +s          (la pomme/les pommes)
  • Hetzelfde: -s/z/x   (le prix/les prix)
  • -eau/eu:     x             (le cadeau/les cadeaux)
  • -al:                aux        (le journal/les journaux)
  • Onregelmatig: ?     (l'oeil/les yeux)

Slide 6 - Tekstslide

Essayez!
  1. le cheval
  2. le pas
  3. la robe
  4.  le jeu
  5. le canal
  6. le bureau

Slide 7 - Tekstslide

Il faut ...
'Falloir' is een onregelmatig, onpersoonlijk werkwoord dat beter bekend is in de geconjugeerde vorm: il faut
'Il faut' betekent "nodig zijn" of "moeten". Het is onpersoonlijk , wat betekent dat het slechts één grammaticale persoon heeft: de derde persoon enkelvoud.
(Vergelijk: het regent)
De juiste betekenis hangt af van de context...

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zou je dit vertalen?
Nadine et Victor, il faut courir, si non on va arriver trop tard!
(courir=rennen, trop tard=te laat)

il faut = .........

Slide 9 - Tekstslide

Les Devoirs
  1. Leren voca 4
  2. Maken: Grammatica trainer (digitaal)
  3. Afmaken 48/51/52/81/82

Slide 10 - Tekstslide