Present simple continuous

Present simple to be
Herhaling van de present simple 'to be'.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Present simple to be
Herhaling van de present simple 'to be'.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Slide 6 - Video

Present Continuous  

Slide 7 - Tekstslide


Aan het einde van deze les..
  1. .. weet je wat de present continuous is.
  2. .. weet je wanneer je de present continuous moet gebruiken.
  3. .. weet je hoe je de present continuous moet maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Present continuous
De present continuous is  een tegewoordige tijd.
Wanneer gebruik je de present continuous?
Je gebruikt de present continous als iets nu gebeurt.

Slide 9 - Tekstslide

We gebruiken de present continuous wanneer we het hebben over NU.

Ik ben nu aan het werk+en
Now, I am work+ing

Slide 10 - Tekstslide

Present continuous
Subject +
Form of to be +
Verb + ing
I
Am/’m
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
Watching
TV.

Slide 11 - Tekstslide

Is it present continuous?
A
I love my bedroom.
B
He is shopping now.
C
I love breakfast.
D
He is leaving now.

Slide 12 - Quizvraag

Is it present continuous?
A
The tree is right there.
B
Don't walk into the tree.
C
I'm climbing the tree.
D
I climbing the tree.

Slide 13 - Quizvraag

Present Continuous(duurvorm):
Which sentence is in the present continuous?
A
He was working late.
B
He is working late.
C
He worked late.
D
He has worked late.

Slide 14 - Quizvraag

Wat hoort er bij de Present Continuous?
A
Kristel has never been to Italy before.
B
I was playing
C
I am playing
D
Fred is happy

Slide 15 - Quizvraag

Present continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 16 - Quizvraag

Present Continuous
A
David works every day.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has lost his keys
D
David lost his keys.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de formule van de present continuous?
A
to be + hele werkwoord + en
B
to be + hele werkwoord + ed
C
to be + hele werkwoord + ing

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Ik kan de Present Continuous maken.
A
Ja :-)
B
Nee :-(

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Link