In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
welkom
Slide 1 - Tekstslide
online lesmethode
klassencode:
a: 952050
b: 031619
Slide 2 - Tekstslide
nakijken
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
lees
lees voor jezelf het kopje bestuiving
op blz 33-34-35.
1. wat is een insectenbloem?
2. wat is een windbloem?
3. hoe zie je het verschil?
.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
lees
lees voor jezelf het kopje bevruchting op blz 36.
1. kan je meerdere zaden krijgen uit 1 vruchtbeginsel?
2. kan je meerdere zaden krijgen uit 1 zaadbeginsel?
3. wat is bij een appel het bevruchte deel?
.
Slide 7 - Tekstslide
lees
lees voor jezelf het kopje verandering na bevruchting en verspreiding van vruchten en zaden op blz 36-38
1. noem 2 manieren waarop zaadverspreiding kan plaatsvinden
2.
.
Slide 8 - Tekstslide
Bij geslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen
A
variatie in genotype en fenotype
B
variatie in genotype maar gelijk fenotype
C
hetzelfde fenotype en een ander genotype
D
allemaal hetzelfde genotype en fenotype
Slide 9 - Quizvraag
Het vrouwelijke geslachtscel van een plant is te vinden in helmknop
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
A
Voortplanting door seks
B
Voortplanting zonder seks
C
Voortplanting zonder geslachtscellen
D
Voortplanting met geslachtscellen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de functie van de kelkbladeren?
A
Bescherming van de knop
B
Insecten lokken
Slide 12 - Quizvraag
Een bloem met alleen meeldraden zijn vrouwelijke bloemen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Wat groeit er uit het vruchtbeginsel?
A
zaden
B
vrucht
C
plantje
Slide 14 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij ongeslachtelijke voortplanting?
A
alle nakomelingen hebben hetzelfde genotype
B
stekken
C
meiose
D
wortelstokken
Slide 15 - Quizvraag
Bij ongeslachtelijke voortplanting is het ... hetzelfde.
A
Fenotype
B
Genotype
C
Allebei
D
Geen
Slide 16 - Quizvraag
Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
als eicellen op de stempel terecht komen
Slide 17 - Quizvraag
Verspreiding door:
A
de plant zelf
B
dieren
C
de wind
D
water
Slide 18 - Quizvraag
Verspreiding door:
A
de plant zelf
B
dieren
C
de wind
D
water
Slide 19 - Quizvraag
Verspreiding door:
A
de plant zelf
B
dieren
C
de wind
D
water
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel stuifmeelkorrels zijn er nodig voor bevruchting in deze plant
A
0
B
1
C
2
D
6
Slide 21 - Quizvraag
Hoe worden deze zaden verspreid?
A
Plant
B
Wind
C
Dieren
Slide 22 - Quizvraag
Hoe worden deze zaden verspreid?
A
Via dieren
B
Via de wind
C
Via de plant zelf
D
Via het water
Slide 23 - Quizvraag
Bestuiving of bevruchting
A
Bestuiving
B
bevruchting
Slide 24 - Quizvraag
Wat ontstaat er uit elke bevruchte planten eicel?
A
vrucht
B
Kiem plantje
C
Bevruchting
D
zaadje
Slide 25 - Quizvraag
Uit de bevruchte eicel van een plant ontstaat het hele zaadje.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Wat voor soort bestuiving is III?
A
Zelfbestuiving
B
Kruisbestuiving
C
Geen bestuiving
Slide 27 - Quizvraag
Wat wordt hier verspreid?
A
een stuifmeelkorrel
B
een vrucht
Slide 28 - Quizvraag
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden? En bevruchting?
A
Wel bestuiving, geen bevruchting
B
Zowel bestuiving als bevruchting
C
Wel bevruchting, geen bestuiving
D
Geen bestuiving, geen bevruchting
Slide 29 - Quizvraag
Hoe verspreiden de zaden zich?
A
Water
B
Wind
C
Dieren
D
Alle antwoorden
Slide 30 - Quizvraag
Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
Slide 31 - Quizvraag
Planten van Niet dezelfde soort kunnen elkaar bevruchten.
A
True
B
False
Slide 32 - Quizvraag
Is onderstaande uitspraak juist of onjuist? Bevruchting vindt plaats in de stijl van een plant Wie heeft er gelijk?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Stuifmeel wordt verspreid door
A
Insecten
B
De wind
C
Zowel insecten als de wind
D
De plant zelf, insecten en de wind
Slide 34 - Quizvraag
Is de paardenbloem een insektenbloem of een windbloem? (Heb je het antwoord fout, klik op het oogje)
Je ziet op het plaatje een uitgebloeide paardenbloem.
Hierbij worden de zaden door de wind verspreid.
Maar bij een windbloem worden de STUIFMEELKORRELS door de wind verspreid.
Kijk je naar de bloem, dan zie je dat deze een gele kleur heeft.... Kleur is een eigenschap van een insektenbloem, dus is de paardenbloem een insektenbloem
A
Het is een windbloem
B
het is een insektenbloem
Slide 35 - Quizvraag
Is de paardenbloem een insectenbloem of een windbloem? (Heb je het antwoord fout, klik op het oogje)
Je ziet op het plaatje een uitgebloeide paardenbloem.
Hierbij worden de zaden door de wind verspreid.
Maar bij een windbloem worden de STUIFMEELKORRELS door de wind verspreid.
Kijk je naar de bloem, dan zie je dat deze een gele kleur heeft.... Kleur is een eigenschap van een insektenbloem, dus is de paardenbloem een insektenbloem
A
Het is een windbloem
B
het is een insektenbloem
Slide 36 - Quizvraag
Bestuiving of bevruchting
A
bestuiving
B
bevruchting
Slide 37 - Quizvraag
Bestuiving Wat is waar?
R12
A
Een stuifmeelkorrel komt op de stijl van een plant van een andere soort
B
Een stuifmeelkorrel komt op de helmknop van een plant van dezelfde soort
C
Een stuifmeelkorrel komt op de stempel van een plant van dezelfde soort
D
Een stuifmeelkorrel komt op de stamper van een plant van een andere soort