Mensen met Rh- hebben geen resusantigeen, maar ook geen antistoffen tegen het resusantigeen.
Bij zwangerschappen kan de resusfactor voor problemen zorgen.
1e kindje is Rh+, moeder Rh-
Na een zwangerschap van een Rh+ kind gaat de Rh- moeder antistoffen en geheugencellen maken (b.v. door lekken in de placenta tijdens de bevalling).
2e kindje is ook Rh+ = Resuskindje:
Antiresus uit het bloed van moeder kan door de placenta in het bloed van het kindje komen = rode bloedcellen van kindje kunnen samenklonteren en kapotgaan.
Krijgt te weinig zuurstof door afbraak van rode bloedcellen door antistoffen van de moeder.
Gevolg: Hersen- en nierbeschadiging
Zwangere Rh- vrouw krijgt tijdens de zwangerschap van Rh+ kindje in de 30e week van de zwangerschap en vlak na de bevalling antiresus geïnjecteerd = geen antiresus aanmaak bij moeder.