rekenen met de balans 2

Berekeningen omtrent de balans
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Berekeningen omtrent de balans

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel deze week
Berekeningen uitvoeren omtrent de balans. 

Slide 2 - Tekstslide

Heeft meneer Mulder een hypotheek?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Solvabiliteit = verhouding tussen eigen vermogen en het totaal vermogen oftewel eigen vermogen : totaal vermogen x 100

Ondernemer heeft €100.000. Het totale vermogen is €500.000.
Bereken de solvabiliteit

Slide 4 - Open vraag

Bereken de solvabiliteit
( eigen vermogen : totaal vermogen x 100)

Slide 5 - Open vraag

Is Mulder International bv. wel/geen transportbedrijf en hoe kan je dat aan de balans zien?

Slide 6 - Open vraag

Is Mulder International bv in staat om zijn crediteuren in één keer te betalen?
A
wel
B
niet

Slide 7 - Quizvraag

Wat verstaan we onder lang vreemd vermogen?
A
bezit langer dan een jaar
B
bezit korter dan een jaar
C
schuld langer dan een jaar
D
schuld korter dan een jaar

Slide 8 - Quizvraag

Wat zal het bedrag van€10.000, lang vreemd vermogen waarschijnlijk zijn?

Slide 9 - Open vraag

Waarom is de voorraad vaan cafetaria Frietmans uit Axel "slechts" €5.000?

Slide 10 - Open vraag

Wat zijn vlottende activa?
A
bezit korter dan een jaar
B
bezit langer dan een jaar
C
schuld korter dan een jaar
D
schuld langer dan een jaar?

Slide 11 - Quizvraag

Is Frietmans in staat om zijn crediteuren in één keer te betalen?
A
Wel
B
Niet

Slide 12 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk dat vlottende activa meer waarde hebben dan de vlottend passiva?

Slide 13 - Open vraag

Bereken de waarde van het eigen vermogen

Slide 14 - Open vraag

Vragen????

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide