230915 spelling §4 + lezen §3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom M1e!

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (10 minuten)
  
• Huiswerk spelling nakijken (10 minuten)
• Spelling §4 > meervouden (20 minuten)
• Huiswerk lezen nakijken (5 minuten)
• Lezen §3 > hoofdgedachte (15 minuten)
• Afsluiting ( 5 minuten)

Welke boeken MOETEN er in de nieuwe bibliotheek?!

Heb jij boektitels die je graag in de nieuwe schoolbibliotheek ziet? 

Geef het door!

Huiswerk nakijken

Spelling §3 (blz. 232) opdracht 1 t/m 5

Als je de opdracht beheerst dan schrijf je een  =)

Als je de opdracht nog niet beheerst dan schrijf je een =(

Opdracht 3

Opdracht 3

1.  Meike liep op blote voeten over het natte strand het koude zeewater in.
2. Dat gele bord waarschuwt snelle hardlopers voor een agressieve roofvogel.
3. Onze nieuwe tafel heeft een glazen blad en metalen poten.
4. In de feestelijke carnavalsoptocht droegen we maffe maskers en kleurige pruiken.
5. Ruben heeft de mysterieuze berichten van een onbekende afzender meteen weggegooid.
6. Volgens de slimme schilder geeft deze geurloze verf geen vieze verflucht in huis.

Opdracht 4

Opdracht 4

1. Jeans en co: voor modieuze outfits en toffe tassen.
2. Een veilige fietstocht op een vederlichte fiets van Van der Wiel.
3. Word een gezonde snoeper met de verse groenten van De Groene Hoek.
4. Slimme mensen kiezen voor schone haren met Super Shampoo.
5. Verf van Kleur en zo maakt van je sfeerloze kamer een smaakvolle ruimte.
6. Boek nu een actieve vakantie met complete verzorging bij Gijs op Reis.

Opdracht 5

Opdracht 5

1.  grijze
2. elastieken
3. lieve
4. uitstekende
5. kale
6. tamme

GELUKT

Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Laura at de goed gelukte taart meteen op.

Beoordeel jezelf

Heb je de leerdoelen behaald? 

Ja > smiley

Nee > sad face + inschrijven flexuur Nederlands

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (10 minuten)
  
• Huiswerk spelling nakijken (10 minuten)
• Spelling §4 > meervouden (20 minuten)
• Huiswerk lezen nakijken (5 minuten)
• Lezen §3 > hoofdgedachte (15 minuten)
• Afsluiting ( 5 minuten)

Leerdoel

Ik weet het verschil tussen enkelvoud en meervoud.

Ik kan meervouden op -en en -s spellen.

Enkelvoud / meervoud?

• Een zelfstandig naamwoord = mens/dier/ding
  
  
• Enkelvoud = ik heb maar één van iets
  
  
• Meervoud = ik heb meer van iets
  
  
• Voorbeeld: laptop > laptops

Spelling §3 uitleg

We maken aantekeningen:

Meervouden op -en

Boek > boeken

pen > pennen

duif > duiven

huis > huizen

Meervouden op -s

telefoon > telefoons

café > cafés

tante > tantes

paraplu > paraplu's

cadeau > cadeaus

Oefenen

Maak van spelling §4 opdracht 1, 2, 3.1 en 4 (blz. 234).

Dit maak je in je schrift!

Hoe: alleen

Nodig: werkboek, pen, schrift

Klaar: Ik heb een uitdagende opdracht voor je!

Pauze

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (10 minuten)
  
• Huiswerk spelling nakijken (10 minuten)
• Spelling §4 > meervouden (20 minuten)
• Huiswerk lezen nakijken (5 minuten)
• Lezen §3 > hoofdgedachte (15 minuten)
• Afsluiting ( 5 minuten)

Leerdoel lezen §2

Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen.

huiswerk lezen §2

Blz. 18 > opdracht 3 + 4

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (10 minuten)
  
• Huiswerk spelling nakijken (10 minuten)
• Spelling §4 > meervouden (20 minuten)
• Huiswerk lezen nakijken (5 minuten)
• Lezen §3 > hoofdgedachte (15 minuten)
• Afsluiting ( 5 minuten)

Hoofdgedachte

Ik weet wat er met 'hoofdgedachte' wordt bedoeld.

Ik kan de hoofdgedachte van een tekst bepalen.

We bekijken deze tekst (blz. 22)

Lezen §3

De hoofdgedachte:

• Ik lees de hele tekst
  
  
• Wat is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd?
  
  
• Staat vaak in alinea 1 of het slot.

Oefenen

Maak opdracht 1 t/m 3 van lezen §3 (blz. 24). 

Je maakt de opdrachten online.

Hoe: samen

Nodig: werkboek, pen, schrift

Klaar: Maak van spelling §4 opdracht 1, 2, 3.1 en 4 (blz. 234).

Dat ook klaar: Maak de uitdagende opdracht van spelling.

Lesafsluiting

Benoem van elk zelfstandig naamwoord het meervoud:

Ik eet een boterham met appel.

Lezen > hoofdgedachte

Wat moet ik doen om de hoofdgedachte van een tekst te vinden?

Volgende les:

• Spelling §5 > verkleinwoorden
• Lezen §3 > hoofdgedachte

Huiswerk:

Spelling §4 (blz. 234) > opdracht 1, 2, 3.1 en 4.

Lezen §3 (blz. 21) > opdracht 1 t/m 3