Ik kan de massa en volume bepalen en berekenen van een hoeveelheid stof (vast en vloeibaar) met een regelmatige (rechthoekige) of een onregelmatige vorm.
Slide 2 - Tekstslide
Massa en volume
Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.
Slide 3 - Tekstslide
Massa en volume
Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.
Voor vaste stoffen is een weegschaal handig.
Slide 4 - Tekstslide
Massa en volume
Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.
Voor vaste stoffen is een weegschaal handig.
Voor vloeistoffen kun je beter een maatbeker of maatcilinder gebruiken.
Slide 5 - Tekstslide
Massa en volume
Massa
Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of een hoeveelheid stof bepalen.
Slide 6 - Tekstslide
Massa en volume
Massa
Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of een hoeveelheid stof bepalen.
Je meet de massa (m) in gram (g) of kilogram (kg).
1 kg = 1000 g
Slide 7 - Tekstslide
Massa en volume
Volume
Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
Slide 8 - Tekstslide
Massa en volume
Volume
Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
Je meet het volume (V) in liter (L) of milliliter (mL).
1 L = 1000 mL
1 L = 1 dm3
1 mL = 1 cm3
Slide 9 - Tekstslide
Massa en volume
Volume
Maatcilinders komen in verschillende maten voor.
Slide 10 - Tekstslide
Massa en volume
Het volume van regelmatige voorwerpen
Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.
Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:
Volume = lengte x breedte x hoogte
Of: V = l x b x h
Slide 11 - Tekstslide
Massa en volume
Het volume van regelmatige voorwerpen
Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.
Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:
Volume = lengte x breedte x hoogte
Of: V = l x b x h
Slide 12 - Tekstslide
Massa en volume
Het volume van regelmatige voorwerpen
Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.
Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:
Volume = lengte x breedte x hoogte
Of: V = l x b x h
V = l x b x h = 10 x 2 x 2 = 40 cm3
Slide 13 - Tekstslide
Massa en volume
Het volume van onregelmatige voorwerpen
Het volume van een onregelmatig voorwerp kun je berekenen met de onderdompelmethode:
V = eindstand - beginstand
Slide 14 - Tekstslide
Massa en volume
Het volume van onregelmatige voorwerpen
Het volume van een onregelmatig voorwerp kun je berekenen met de onderdompelmethode: