In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
3.3 Europa en de wereld
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
In deze paragraaf leer je:
hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw.
hoe Europeanen hun activiteiten in Azië en Oost-Afrika uitbreidden.
hoe Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden.
Kenmerkend aspect: ontstaan van handelskapitalisme en begin van een wereldeconomie.
Slide 3 - Tekstslide
Handel op de hele wereld
1595: begin handel tussen Republiek en Zuidoost-Azië.
Rijke handelaren richtencompagnieën(handelsbedrijven) op om handel te drijven met de inheemse inwoners.
We spreken in de 17e eeuw van een wereldeconomie(economisch systeem van wereldwijde handelscontacten).
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Welke producten:
Suikerriet: Zuid-Amerika
Thee: China, later India
Koffie: Arabische Schiereiland
Tabak: Amerika
Specerijen: uit Azië (Oost-Indië)
Katoen: Zuid-Amerika, later Noord-Amerika
Slide 6 - Tekstslide
Invloed vraag en aanbod!
Suiker was aanvankelijk een luxeproduct, tot de 17e eeuw.... Suiker wordt steeds goedkoper en raakt in trek bij de 'gewone mens'.
Gevolg: suikerplantages en impuls Afrikaanse slavenhandel.
Productie en consumptie van suiker zorgt voor veel werkgelegenheid!
Suikerplantage in Zuid-Amerika
Slide 7 - Tekstslide
Atlas Major
1662
Door de Europese expansie nam de kennis over de wereld toe.
De Amsterdamse Joan Blaeu brengt een grote hoeveelheid kaarten
en tekeningen uit, gebundeld in een serie boeken: de Atlas Major
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Hoe kunnen we de Atlas Major koppelen aan zowel handelskapitalisme als wereldeconomie?
Slide 10 - Open vraag
Europese expansie in Azië
16e eeuw: Portugezen stichtten in Zuid- en Oost-Azie factorijen (handelsposten met kantoren en pakhuizen).
17e eeuw: Portugezen behielden enkele kolonies in India, China en Afrika, waar zij handelden in goederen en slaven.
De Portugezen concurreerden met de Engelsen en Nederlanders, die ook expansiedrang hadden!
Slide 11 - Tekstslide
Van Voorcompagnie naar VOC
Vóór de oprichting van de VOC in 1602 waren er ook al handelsmaatschappijen (Voorcompagnieën).
Voorcompagnieën waren de voorlopers van handelsmaatschappijen als de VOC en WIC.
Aantekening voorcompagnieën (whiteboard).
Slide 12 - Tekstslide
Van Voorcompagnie naar VOC
Doel:
- Handel te drijven met koloniale gebieden.
- Risico's vermijden door samenwerking.
- Genereren van winst.
Kenmerken:
- Dreven handel in een specifiek gebied of met één bepaald product, bijvoorbeeld specerijen of suiker.
Ondergang:
- Moordende concurrentie en stijgende inkoopprijzen!
Slide 13 - Tekstslide
Volgens een tijdgenoot "zeilde men elkaar het geld uit de beurs en de schoenen van de voeten".
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Wat onderscheid een handelsonderneming van de VOC? Zoom hierbij in op de rechten en plichten van autonome voorcompagnieën en de door de staat opgerichte VOC.
Slide 16 - Open vraag
Johan van Oldenbarnevelt had een plan. Een plan dat de onderlinge concurrentie uit moest schakelen en de Republiek als (handels)macht zou versterken. Ook handig want.......er woedt nog een oorlog met Spanje!
Met toezegging van de Staten-Generaal wordt in maart 1602 de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) opgericht.
De VOC bestond uit de handelsmaatschappijen die handelden in Zuidoost-Azië.
Leider VOC in Azië: gouverneur-generaal (hoogste autoriteit in een koloniaal gebied).
Hoofdkwartier: Batavia (tegenwoordig Jakarta).
Inlands bestuur: er werd met binnenlandse vorsten gehandeld.
Slide 17 - Tekstslide
Rechten
Handelsmonopolie
Oprichten van vestigingen
Machtsuitoefening
Bevoegdheid om recht te spreken
Afgeven van aandelen en winst
Plichten
Genereren winst.
Zorg en bescherming koloniën.
Controleren of regels in koloniën werden nageleefd (orde).
Betalen van belasting aan de Republiek.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Werkgever-werknemer verhouding komt duidelijk naar voren met de VOC.
Er was tussen de VOC-lieden en binnenlandse vorsten zowel sprake van vreedzame overeenstemming als van geweld (denk aan J. P. Coen en de Banda-eilanden).
Ook Engelsen stichtten factorijen en kolonies in Azië (East Indian Company).