H3 28/1/2021

Waiting for my students to join the Teams meeting like
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waiting for my students to join the Teams meeting like

Slide 1 - Tekstslide

Bonjour H3!
Cours du 28 janvier 2021

Slide 2 - Tekstslide

Programme
  • Chapitre 3 - Grammaire C
  • Au travail! 
  • Préparations contrôle

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
  • Weet ik wat de futur simple is, kan ik deze herkennen, vervoegen en (schriftelijk) gebruiken. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van
'le futur'?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Tel de ww in de futur in de tekst over Brad Pitt. Hoevaak komt de futur voor?

Slide 7 - Open vraag

Waaraan herken je de futur? Benoem minstens 2 dingen.

Slide 8 - Open vraag

Noteer de uitgangen die je nodig hebt bij de futur.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de stam van het onregelmatige ww être in de futur?
A
êtr..
B
être..
C
aur..
D
ser..

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de stam van het onregelmatige ww avoir in de futur?
A
avoir...
B
av...
C
aur..
D
ir...

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de stam van het onregelmatige ww faire in de futur?
A
fair...
B
faire..
C
fais...
D
fer...

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de stam van het onregelmatige ww aller in de futur?
A
ir..
B
aller..
C
aur...
D
ira...

Slide 13 - Quizvraag

vertaal het ww in de futur:
hij zal werken (travailler)
A
il travailleras
B
il travaillerat
C
il travaillerai
D
il travaillera

Slide 14 - Quizvraag

vertaal het ww in de futur:
wij zullen geven (donner)
A
nous donneriez
B
nous donnerez
C
nous donnerons
D
nous donnions

Slide 15 - Quizvraag

vertaal het ww in de futur:
Zij zal eindigen (finir)
A
elle finissait
B
elle a fini
C
elle finit
D
elle finira

Slide 16 - Quizvraag

vertaal het ww in de futur:
jij zal verliezen (perdre)
A
tu a perdu
B
tu perdras
C
tu perdreas
D
tu perdais

Slide 17 - Quizvraag

vertaal het ww in de futur:
zij zullen wachten (attendre)
A
ils attendront
B
ils ont attendu
C
ils attendaient
D
ils attendent

Slide 18 - Quizvraag

Waar herken je de futur aan?
A
aan het werkwoord
B
aan de uitgang
C
aan de R in de stam
D
aan de E in de stam

Slide 19 - Quizvraag

vertaal het ww in de futur:
ik zal zijn (être)
A
j'êtrai
B
j'étais
C
je suis
D
je serai

Slide 20 - Quizvraag

vertaal het ww in de futur:
u zult hebben (avoir)
A
vous aviez
B
vous auriez
C
vous aurez
D
vous avez

Slide 21 - Quizvraag

vertaal het ww in de futur:
hij zal doen (faire)
A
il fera
B
il faira
C
il faisait
D
il fait

Slide 22 - Quizvraag

vertaal het ww in de futur:
wij zullen gaan (aller)
A
nous allerons
B
nous irons
C
nous allions
D
nous allons

Slide 23 - Quizvraag

vertaal het ww in de futur:
ik zal dansen (danser)

Slide 24 - Open vraag

vertaal het ww in de futur:
hij zal eindigen (finir)

Slide 25 - Open vraag

vertaal het ww in de futur:
jullie zullen werken (travailler)

Slide 26 - Open vraag

vertaal het ww in de futur:
jij zal zijn (être)

Slide 27 - Open vraag

Zet het volgende in de futur:
elle est

Slide 28 - Open vraag

Zet het volgende in de futur:
nous vendons

Slide 29 - Open vraag

Zet het volgende in de futur:
ils vont

Slide 30 - Open vraag

Au travail!
Chapitre 3
Faire: exercice 13, 14 et 12
Apprendre: grammaire C
Réviser: vocabulaire A et B

Slide 31 - Tekstslide

Préparations contrôle
  • Herhaling grammatica chapitre 2 

Slide 32 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
  • Weet ik wat de futur simple is, an ik deze herkennen, vervoegen en (schriftelijk) gebruiken. 

Slide 33 - Tekstslide

Merci et au revoir!

Slide 34 - Tekstslide