Recap unit 3 - All Right!

Welcome all!
Today:
Recap unit 3
Blooket
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome all!
Today:
Recap unit 3
Blooket

Slide 1 - Tekstslide

How?
  1. Words & sentences                        (5 min)
  2. Grammar                                          (10 min)
  3.  Irregular verbs                               (5 min)
  4. If we have can: reading             (10 min)
  5. Blooket                                             (10 min)

Slide 2 - Tekstslide

Today's Goals
We gaan kijken hoeveel jullie hebben onthouden van Unit 3, lessons 2 t/m 5

Slide 3 - Tekstslide

We're going to start easy
Volgende is een sleepvraag. Wat weten jullie nog over de verschillen tussen Hollywood en Bollywood?

Slide 4 - Tekstslide

Bollywood
Hollywood
These films have about 6 dance scenes per film
Most of these films don't have dance scenes
These films are mostly spoken in Hindi
These films are mostly spoken in English

Slide 5 - Sleepvraag

Omschrijvingen
Zoek bij de volgende omschrijvingen het juiste woord

Slide 6 - Tekstslide

Zoek bij de omschrijving het juiste woord:

Not enough; too little or too low
A
Average
B
Insufficient
C
Principal
D
Tuition

Slide 7 - Quizvraag

Zoek bij de omschrijving het juiste woord:

The big boss of a school
A
Compulsory
B
Average
C
Exception
D
Principal

Slide 8 - Quizvraag

Zoek bij de omschrijving het juiste woord:

When you look at someone else's answers during a test.
A
to cheat
B
to take notes
C
to correct
D
your turn

Slide 9 - Quizvraag

Zoek bij de omschrijving het juiste woord:

Things you use to walk when you break a leg
A
Treatment
B
Chemist
C
Crutches
D
Bacteria

Slide 10 - Quizvraag

Zoek bij de omschrijving het juiste woord:

You get this from eating food that's past it's date
A
Diarrea
B
Diarrhoea
C
The runs
D
Diarree

Slide 11 - Quizvraag

Zoek bij de omschrijving het juiste woord:

You go here to check on your health
A
Home Doctor
B
Therapy
C
GP
D
Seasick

Slide 12 - Quizvraag

Cheat sheet
Dictionary
Injection
Chemicals
Packaging
Warehouse
Cemetery
Mosque
Protest
Pencil case

Slide 13 - Sleepvraag

Invulvragen
vul het juiste woord in om de zin compleet te maken

Slide 14 - Tekstslide

Fill in the gap:
Today a foreign patient was ... because he felt very sick
A
weak
B
faint
C
admitted to hospital
D
take it easy

Slide 15 - Quizvraag

Fill in the gap:
He couldn't keep any food in and felt like he was going to ...
A
weak
B
rest
C
faint
D
take it easy

Slide 16 - Quizvraag

Fill in the gap:
It is always best to ... a lot after an allergic reaction
A
faint
B
rest
C
take it easy
D
pill

Slide 17 - Quizvraag

Vertalingen
Vertaal de volgende woorden van het Nederlands naar het Engels.
Meerkeuze vragen!

Slide 18 - Tekstslide

Translations:
Aantekeningen maken
A
to take notes
B
to focus on
C
to hand in
D
to correct

Slide 19 - Quizvraag

Translations:
Cijfer
A
absent
B
lazy
C
task
D
mark

Slide 20 - Quizvraag

Translations:
inleveren
A
to take notes
B
to focus on
C
to hand in
D
to correct

Slide 21 - Quizvraag

Translations:
afwezig
A
absent
B
lazy
C
task
D
mark

Slide 22 - Quizvraag

Translations:
zich concentreren op
A
to take notes
B
to focus on
C
to hand in
D
to correct

Slide 23 - Quizvraag

Translations:
taak
A
absent
B
lazy
C
task
D
mark

Slide 24 - Quizvraag

Gaat helemaal goedkomen met die woordjes en zinnen!
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Grammatica
Vul de juiste vorm van "will" in
will / won't / shall

Slide 26 - Tekstslide

De woorden "used to" of "didn't used to" gebruiken wij als we spreken over de ________________ tijd


We gebruiken de woorden "will" of "shall" als we spreken in de __________ tijd
Verleden
Toekomstige

Slide 27 - Sleepvraag

Grammar excercise
(-) Don't stay out too late, you ... get up on time.
A
Won't
B
Will
C
Shall

Slide 28 - Quizvraag

Grammar excercise
(?) ... we have breakfast now?
A
Won't
B
Will
C
Shall

Slide 29 - Quizvraag

He
used to
but he quit
play for Chelsea

Slide 30 - Sleepvraag

Add used to
+ (positive)
I / to have / a dog / .

Slide 31 - Open vraag

I want some/any 7up.
A
some
B
any

Slide 32 - Quizvraag

some/any
I need.... apples.
A
some
B
any

Slide 33 - Quizvraag

Can / could / able to / allowed to
4 manieren:
  • Mogelijkheid
  • Iets wat je kunt
  • Toestemming
  • Beleefde vraag

Slide 34 - Tekstslide

Wat betekent:
"to be allowed"?
A
uitgeschakeld worden
B
mogen
C
iets kunnen
D
weggestuurd worden

Slide 35 - Quizvraag

I used to ......stand on my head, but I can't do it now.
A
can
B
am able to
C
be able to
D
could

Slide 36 - Quizvraag

I looked everywhere but I ......not find my watch.
A
can
B
could

Slide 37 - Quizvraag

Die grammatica lukt mij ook wel!
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Irregular verbs
Onregelmatige werkwoorden

Slide 39 - Tekstslide

Irregular verbs

make - ….. - …...
A
made - made
B
maked - makes
C
mede - made
D
made - maked

Slide 40 - Quizvraag

Irregular verbs:
Which one is correct?
blazen
A
blaw - blew - blawn
B
blow - blew - blown
C
blow - blow - blown
D
blow - blew - blawn

Slide 41 - Quizvraag

Irregular verbs

lose - …... - …...
A
loose - losed
B
lost - lost
C
loes - lose
D
lost - lossed

Slide 42 - Quizvraag

Irregular verbs

catch - ….. - …...
A
caught - caught
B
catched - caught
C
caught - catched
D
catched - catched

Slide 43 - Quizvraag

Ik heb alle irregular verbs al in mijn hoofd zitten!
Wat is een irregular verb, kun je dat eten?
Ik moet nog even aan het werk!
Ik ben er bijna!
Gaat helemaal goedkomen!

Slide 44 - Poll

Lezen
Lees de tekst op de volgende slide en beantwoord de vragen

Slide 45 - Tekstslide

Lees deze tekst.

Beantwoord na deze slide 6 waar/niet waar vragen. 

Deze tekst staat er dan niet bij!

Slide 46 - Tekstslide

Dit formulier is ingevuld door Sara Kennedy.
A
waar
B
niet waar

Slide 47 - Quizvraag

Sara leert twee talen op school.
A
waar
B
niet waar

Slide 48 - Quizvraag

Sara is ouder dan 16.
A
waar
B
niet waar

Slide 49 - Quizvraag

Sara is beschikbaar vanaf 15 februari.
A
waar
B
niet waar

Slide 50 - Quizvraag

Sara gaat twee keer per week zwemmen.
A
waar
B
niet waar

Slide 51 - Quizvraag

Sara heeft al wat werkervaring.
A
waar
B
niet waar

Slide 52 - Quizvraag

Dit ga ik halen voor mijn toets:
110

Slide 53 - Poll

Done!
Moeite? Test jezelf/versterk jezelf, desnoods met je boek er bij. En anders, cvo@hetstreek.nl of teams =)

Slide 54 - Tekstslide