3B oefentoets begrippen H4
1 / 18
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Informatie uit je omgeving
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Zintuigen
D
Zenuwen
Slide 2 - Quizvraag
Electrische signalen met een boodschap voor de hersenen.
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Zintuigen
D
Zenuwen
Slide 3 - Quizvraag
De holtes in je schedel waarin je oogbollen liggen.
A
Oogkassen
B
Oogleden
C
Wimpers
D
Wenkbrauwen
Slide 4 - Quizvraag
Zitten boven de ogen en helpen om de ogen schoon te houden.
A
Oogkassen
B
Oogleden
C
Wimpers
D
Wenkbrauwen
Slide 5 - Quizvraag
De doorzichtige voorkant van het harde oogvlies.
A
Hoornvlies
B
Vaatvlies
C
Iris
D
Netvlies
Slide 6 - Quizvraag
De binnenste laag van het oog.
A
Hoornvlies
B
Vaatvlies
C
Iris
D
Netvlies
Slide 7 - Quizvraag
De middelste laag van het oog, hierin zitten bloedvaatjes die zuurstof en voedingstoffen naar het oog brengen.
A
Hoornvlies
B
Vaatvlies
C
Iris
D
Netvlies
Slide 8 - Quizvraag
Hierdoor gaan trillingen naar het trommelvlies
A
Gehoorgang
B
Trommelvlies
C
Gehoorbeentjes
D
Slakkenhuis
Slide 9 - Quizvraag
Het deel van het oor (gehoorzintuig) waarmee je hoort.
A
Gehoorgang
B
Trommelvlies
C
Gehoorbeentjes
D
Slakkenhuis
Slide 10 - Quizvraag
Zitten in de huid, hierin zitten de zintuigcellen waarmee je waarneemt hoe iets voelt (bijv. hard, zacht, ruw, glad).
A
Warmtezintuig
B
Koudezintuig
C
Tastzintuig
D
Pijnzintuig
Slide 11 - Quizvraag
Zitten in de huid, hierin zitten de zintuigcellen waarmee je LAGERE temperatuur waarneemt.
A
Warmtezintuig
B
Koudezintuig
C
Tastzintuig
D
Pijnzintuig
Slide 12 - Quizvraag
De hersenen en het ruggenmerg samen.
A
Zenuwstelsel
B
Centraal zenuwstelsel
Slide 13 - Quizvraag
Het deel van de hersenen waarmee impulsen uit de zintuigen verwerkt worden.
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Hypofyse
Slide 14 - Quizvraag
De verbinding tussen de grote hersenen en de hersenstam. De hersenstam regelt dingen in je lichaam waarover je niet hoeft na te denken
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Hypofyse
Slide 15 - Quizvraag
Onbewuste, snelle bewegingen als vast reacties op een prikkel. Bijvoorbeeld de pupilreflex of het wegtrekken van de hand als je deze verbrandt.
A
Impulsen
B
Zintuigen
C
Prikkels
D
Reflexen
Slide 16 - Quizvraag
Hormoonklieren die het mannelijk geslachtshormoon (testosteron) maken.
A
Hypofyse
B
Schildklier
C
Zaadballen
D
Eierstokken
Slide 17 - Quizvraag
Een hormoonklier midden in je hoofd, die onder andere groeihormoon maakt.
A
Hypofyse
B
Schildklier
C
Zaadballen
D
Eierstokken
