Antieke filosofie van presocraten tot Plato

Van Presocraten tot Plato
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Van Presocraten tot Plato

Slide 1 - Tekstslide

Hoe bereik je geluk volgens Socrates?

Slide 2 - Open vraag

Waar had Parmenides geen vertrouwen in?
A
in zijn verstand
B
in zijn vrienden
C
in zijn zintuigen
D
in zijn ledematen

Slide 3 - Quizvraag

Wat kunnen wij mensen niet zonder het kwade, volgens Heraclitus?
A
oorlog voeren
B
weten wat goed is
C
ruzie maken
D
de wereld begrijpen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is volgend Heraclitus de grondstof van de wereld?
A
Aarde
B
Water
C
Lucht
D
Vuur

Slide 5 - Quizvraag

Tussen welke twee disciplines (ook schoolvakken) ontdekte Pythagoras een verwantschap?
A
wiskunde en tekenen
B
wiskunde en muziek
C
muziek en tekenen
D
wiskunde en biologie

Slide 6 - Quizvraag

Waarom weigerden Pythagoras en zijn leerlingen om vlees te eten?
A
omdat dieren een ziel hebben
B
omdat dieren levende wezens zijn
C
omdat dieren veel op mensen lijken
D
omdat dieren bij de familie hoorden

Slide 7 - Quizvraag

Hier staan vier stellingen die met de sofisten te maken hebben. Vraag: wanneer sofisten hun leerlingen aanleerden dat de 'mens de maat van alle dingen is', betekent dat:
A
dat als het voor de een erg koud is, het misschien best nog wel meevalt voor een ander
B
dat je alles wat je wil aan een ander kunt aanleren
C
dat de mens bepaalt wat voor hem bij voorbeeld 'waarheid' is, of wat 'goed of slecht' is, en dat is voor iedereen anders. Ieder bepaalt zijn eigen waarheid.
D
Je moet de anderen met de juiste argumentatie van jouw gelijk/mening proberen te overtuigen

Slide 8 - Quizvraag

De sofisten
Antwoord C: De mens bepaalt wat voor hem bij voorbeeld 'waarheid' is, of wat 'goed of slecht' is, en dat is voor iedereen anders: ieder bepaalt zijn eigen waarheid.
Antwoord A was hier maar een voorbeeldje van: 'als het voor de een erg koud is, het voor een ander misschien best wel meevalt'

Slide 9 - Tekstslide

Welke stelling hoort dus NIET bij het sofisme?
A
Alles is relatief: de waarheid is afhankelijk van de waarnemer ervan, niet van de fysieke realiteit
B
Omdat waarneming bij iedereen lichtjes anders is, zal dus ook 'de waarheid' bij iedereen lichtjes erg anders zijn
C
Als je weet dat je ongelijk hebt en de ander gelijk, mag je toch proberen te overtuigen van jouw mening
D
Het enige wat je met liegen bereikt is niet geloofd worden als je de waarheid spreekt

Slide 10 - Quizvraag

Van wie komt de uitspraak 'niemand doet tegen zijn wil kwaad'?
A
Plato
B
Sokrates
C
Polos
D
Gorgias

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

relativisme
objectivisme
Sofisten met hun waarheid die afhankelijk is van iemands standpunt
Socrates die zegt dat waarheid 'universeel en algemeen geldend' is

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

                                         Socrates en Alcibiades
Met het feit dat iedereen zelf zijn eigen waarheid bepaalde, was Socrates het helemaal oneens. Volgens hem was er zoiets als 'universele waarheid/waarheden' die voor iedereen geldig waren. Je kunt die niet zomaar, zoals sofisten deden, naar je hand zetten en dan anderen van jouw MENING proberen te overtuigen met de juiste argumentatie.

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent de term ἔλεγχος
A
onderzoek
B
dialoog
C
geen uitweg meer weten
D
doen alsof je niets weet

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent de term ἀρετή
A
goed doen
B
gelukkig zijn
C
deugd
D
aardig zijn

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent de term ἀπορία
A
onderzoek
B
dialoog
C
geen uitweg meer weten
D
doen alsof je niets weet

Slide 19 - Quizvraag

Grotvergelijking

  • De waarneembare wereld is een zwakke afspiegeling van de Ideeënwereld
  • De idee van 'het Goede' is het belangrijkst (net als de zon in de waarneembare wereld)
  • De idee van 'het Goede' zit in elk ander idee

  • Wie eenmaal kennis heeft van de Ideeënwereld verlangt daarnaar terug
  • Wie kennis heeft van de Ideeënwereld kan zich moeilijk(er) staande houden in de waarneembare wereld. Het is lastig discussiëren over rechtvaardigheid et iemand die de idee van rechtvaardigheid niet kent.

  • Het is de taak van de filosoof om mensen in contact te brengen met de Ideeënwereld
  • Kennis van de Ideeënwereld maakt je een beter mens en dus gelukkig(er), zowel tijdens het leven als in de onderwereld

Slide 20 - Tekstslide

In welke dialoog van Plato staat de grotvergelijking?

Slide 21 - Open vraag

"Volgens Plato zijn de voorwerpen op aarde allemaal afspiegelingen van ...."
A
ideëen
B
vormen
C
begrippen
D
concepten

Slide 22 - Quizvraag

Waarom is wiskunde een belangrijk deel van de opleiding van Platoonse filosofen?

Slide 23 - Open vraag

Hoe heette de school die Plato stichtte?

Slide 24 - Open vraag

431-404
429
415-413
404-403
399
470
387
geboorte sokrates
stichting Akademie
uitbraak pest
de dertig
dood sokrates
expeditie Sicilie
Peloponnesische oorlog

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Tekstslide