Voorbeelden van stoffen zijn metaal, plastic, glas, katoen, etc. Een stof kun je herkennen aan zijn stofeigenschappen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
o kleur: goud heeft zijn eigen kleur.
o geur: benzine kun je ruiken.
o smaak: suiker smaakt zoet, citroen smaakt zuur.
o brandbaarheid: hout is brandbaar, water brandt niet.
o geleiding: metalen geleiden warmte en elektriciteit.
o magnetisme: ijzer kan magnetisch zijn.
Materiaalgroepen zijn materialen met overeenkomstige eigenschappen. Voorbeelden van materiaalgroepen zijn:
hout keramiek
plastics (kunststoffen) textiel metalen glas
steen