§2.1 en 2.2

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Deze week  §2.1 en §2.2

vandaag 

studiewijzer leerdoelen

uitleg §2.1 en 2.2

Organisatie niveau's

cellen              populatie               orgaan

atomen     organel        orgaansysteem       organisme 

weefsel        moleculen       ecosysteem

levensgemeenschap

https:

Levenskenmerken

groei
voortplanting
stofwisseling
reageren op prikkels
erfelijke informatie overbrengen dmv DNA

Virus ?

1-cellig  <-> meercellig

Dieren verliezen in een koude omgeving warmte. Welke diersoort zal relatief de meeste hoeveelheid voedsel nodig hebben in een koude omgeving?

1. kraai
2. beer
3. kikker
4. spin

BINAS tabel 78

eukaryoot

kern met kernmembraan aanwezig

dier

schimmel

plant

prokaryoot

DNA ligt los in de cel, geen echte kern.

plasmiden

bacterie

organische stoffen

Door organismen gemaakt.

Bestaan (voor een groot deel) uit C- en H-atomen.

glucose, eiwitten, DNA, vetten,

methaan

anorganische stoffen

vaak kleine moleculen, met weinig energie

water, CO2, zouten, metalen, zuurstof, stikstof

autotroof

zelf organische stoffen  aanmaken uit anorganische stoffen

planten, algen, sommige bacteriën

heterotroof

afhankelijk van andere organismen  voor organische stoffen

dier

schimmel

meeste bacterie

cellen  en  organellen

Licht microscoop   (op school)

celkern, celwand, celmembraan, vacuole, plastiden,  grondplasma (= cytoplasma)

Foto gemaakt met een elektronen microscoop

elektronen microscoop: nog meer organellen zichtbaar

endoplasmatisch reticulum
ribosoom
mitochondrium
lysosomen
..............................................

organellen

             cytoplasma          celkern         ribosomen

endoplasmatisch reticulum

Golgi-systeem         transportblaasjes

lysosomen             mitochondrium      celskelet  

  celwand     flagel       plastiden

chromoplasten      chloroplasten

-vorm

-functie

-bij welk soort organisme

BINAS 79 A, B, C, D

mitochodrium

  Functie: Energie leveren voor allerlei processen in de cel.
Verbranding van glucose.
ATP   =   "oplaadbare batterij "     

afsluitende vraag

Welke cel is dit? (welke van de 4 rijken?)

- geen bladgroenkorrel

- celwand

- celkern

Prokaryoten

Eukaryoten

Endoplasmatisch reticulum

functie: verdelen cel in compartimenten en transport van eiwitten

Ribosomen

Functie:     Eiwitsynthese
Los in het cytoplasma, of vast aan het endoplasmatisch reticulum. (ruw E.R.)


Binas!!!!

zelf aan het werk

ga oefenen,

maak een overzicht,

pak steeds weer BINAS erbij