Taalwondertjes les 6

Lesplanning
Herhaling
Uitleg nieuwe stof
Oefenen nieuwe stof
Huiswerk
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning
Herhaling
Uitleg nieuwe stof
Oefenen nieuwe stof
Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Vergelijking

Zowel het object als het beeld staat in de zin

Jouw kamer (object) is echt een zwijnenstal (beeld)
Metafoor

Alleen het beeld wordt genoemd

Ruim die zwijnenstal (beeld) eens op 

Je slaapkamer (object) wordt weggelaten, toch weet je wat je moeder bedoelt


Slide 2 - Tekstslide

Papier is geduldig
timer
0:15
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 3 - Quizvraag

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.
timer
0:15
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 4 - Quizvraag

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
timer
0:15
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking

Slide 5 - Quizvraag

Annie kwam aanrijden in haar koekblik.
timer
0:15
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 6 - Quizvraag

Wat is wat?
Pleonasme herhaalt een eigenschap dat al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

Slide 7 - Tekstslide

Criminele misdadigers
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 8 - Quizvraag

doen pogingen - proberen
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 9 - Quizvraag

aan het schrikken te maken – angst aan te jagen – bang worden
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 10 - Quizvraag

bejaarde – op leeftijd
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 11 - Quizvraag

met geweld gemolesteerd
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 12 - Quizvraag

gillende sirenes – veel lawaai

A
pleonasme
B
tautologie

Slide 13 - Quizvraag

Litotes

Een ontkenning. Te herkennen aan ontkennende woorden, bijvoorbeeld niet of geen.

Je ontkent het tegenovergestelde van wat je bedoelt
Ik ben echt niet blij i.p.v. ik ben boos
Tegenstelling

Een woord in een zin wordt vervolgd door een tegenstelling

You say, "Yes", I say, "No"
You say, "Stop" but I say, "Go, go, go"
Oh no
You say, "Goodbye", and I say, "Hello, hello, hello"

Slide 14 - Tekstslide

Huis ten Bosch?
Hij woont daar niet onaardig.
A
tegenstelling
B
eufemisme
C
litotes
D
hyperbool

Slide 15 - Quizvraag

Je wilt zeggen dat iemand iets heel doms gedaan heeft.
Hoe doe je dit met een litotes ?

Slide 16 - Open vraag

Ironie
Je zegt het tegenovergestelde van wat je eigenlijk bedoelt, op een aardige manier. Bijvoorbeeld: 
'Lekker weertje, hè', als het heel hard regent. 
'Je bent weer lekker op tijd', als een leerling te laat de les binnenkomt. 
'Ik heb weer veel zin de les van ... vandaag!' Als je het eigenlijk niet meent.  

Slide 17 - Tekstslide

Sarcasme
Is bijtende spot. Lijkt op ironie, maar is niet vriendelijk bedoeld. Kan ook de toon zijn waarop iemand iets zegt. 
'Nou, we hebben er weer zin in vandaag!'
'Je bent echt een hoogvlieger.'
'Je hebt wel een talent voor domme uitspraken!'

Slide 18 - Tekstslide

Cynisme
Spot die neerbuigend is ten aanzien van de mensheid. 

Bijvoorbeeld: 
Het roken hoeft niet ontmoedigd te worden, want mensen die eerder sterven door longkanker zijn goedkoper voor de samenleving. 

Slide 19 - Tekstslide

Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld
A
Ironie
B
Sarcasme

Slide 20 - Quizvraag

Goh, de vorige keer had je een betere smoes toen je te laat kwam..
A
Ironie
B
Sarcasme

Slide 21 - Quizvraag

'Wat fijn dat je mijn telefoon hebt laten vallen', zegt het meisje boos.
A
Ironie
B
Sarcasme

Slide 22 - Quizvraag

'Heel flink van je om de zaak te verraden.'
Hierin herken je:
A
Ironie
B
Sarcasme

Slide 23 - Quizvraag

Wel ja, ga vooral door met niets doen, da ga je het zéker halen!
A
sarcasme
B
ironie

Slide 24 - Quizvraag

'Je kletst me de oren van het hoofd', zei de leraar tegen het verlegen meisje.
A
Ironie
B
Sarcasme

Slide 25 - Quizvraag

Ik ga een dikke voldoende halen voor de oefentoets morgen
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Huiswerk
Hele taalwondertjes werkboekje afmaken
Inleveren in SomToday voor de les morgen begint

Morgen: oefentoets via Forms

Slide 27 - Tekstslide