Les 47.1 - leerdoel 2

Les 47.1
§2.3 Versnellen en vertragen
Lesplanning:
  1. Uitleg wetten van Newton en traagheid
  2. Starten met leerdoel 2
  3. Afsluiting: oefenopgave H2
check leerdoel 1 inleveren.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Les 47.1
§2.3 Versnellen en vertragen
Lesplanning:
  1. Uitleg wetten van Newton en traagheid
  2. Starten met leerdoel 2
  3. Afsluiting: oefenopgave H2
check leerdoel 1 inleveren.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 2
Je kan de eerste en tweede wet van Newton uitleggen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verband tussen 
kracht en beweging
1e wet van Newton:
Een voorwerp verandert alleen van snelheid wanneer er een nettokracht op werkt.

2e wet van Newton:
Waar hangt de grote van de versnelling van af?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

F(N)=m(kg)a(m/s2)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een auto maakt een bocht met een constante snelheid.
Werkt er een resulterende kracht op de auto wanneer deze de ronde baan volgt?
A
Nee: zijn snelheid is constant
B
Ja
C
Het is afhankelijk van de scherpte van de bocht en de snelheid van de auto.

Slide 6 - Quizvraag

Versnelling is een verandering van snelheid of richting.
   
    Traagheid
Des te groter de massa des te moeilijker is het om de snelheid van het voorwerp te veranderen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


2e wet van Newton 
en de eenheid 
Newton

Slide 9 - Tekstslide

F = m * a
N = kg * m/s²
Voorbeeld
Een kogel van 15 gram wordt afgeschoten. Het duurt 2,5 * 10⁻³ s voor de kogel om door de loop van het pistool te bewegen. Wanneer de kogel het einde van de loop bereikt, heeft het een snelheid van 715 m/s. Neem aan dat de versnelling van de kogel constant is. 
Bereken de resulterende kracht die op de kogel werkt. 

Gegeven:
m = 15 gram = 0,015 kg
t = 2,5 * 10⁻³ s 
 Δv = 715 m/s
eenparige versnelling
Fres = ?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegevens
m = 15 gram = 0,015 kg
t = 2,5 * 10⁻³ s 
 Δv = 715 m/s
eenparige versnelling
Fres = ?
 

  • Fres = m * a 

  • a = Δv / Δt 
         = 715 / (2,5*10⁻³)
         = 286000 m/s² 
     
  • Fres = m * a 
              =  0,015 * 286000
              = 4290 N  
     
  • Fres = 4,3 *10³ N

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starten met leerdoel 2
werk vanuit de studiewijzer.

timer
25:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenopgave H2

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Is de nettokracht positief of negatief? 

Is de nettokracht aan het begin of einde van de beweging groter?
Oefenopgave

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding is een v,t-diagram van een optrekkende auto weergegeven.
Welke uitspraak is correct?
A
De nettokracht op de auto is positief en is aan het begin van de beweging groter dan aan het einde.
B
De nettokracht op de auto is positief en is aan het begin van de beweging kleiner dan aan het einde.
C
De nettokracht op de auto is negatief en is aan het begin van de beweging groter dan aan het einde.
D
De nettokracht op de auto is negatief en is aan het begin van de beweging kleiner dan aan het einde.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Bepaal de nettokracht die op
t = 9,0 s op de auto met een
massa van 800 kg werkt.

Denkstappen noteren.
Oefenopgave

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies