7.2 Beweging en versnelling




7.2 Kracht en versnelling
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




7.2 Kracht en versnelling

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Herhaling 7.1 
Uitleg 7.2 (deels 7.3)
Leerdoelen:
Herhaling newtons eerste wet.
- Uitleg Newtons tweede wet.
Korte Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Tesla van 0 - 100 km/h in 2,5 s.

Slide 3 - Tekstslide

Oefenopdrachtje
Tesla versneld dus (eenparig) in 2,5 seconden naar 100 km/h
a. Bereken de versnelling.
b. Teken het v-t diagram van deze beweging.
c. Berken hoeveel afstand de auto aflegt tijdens het optrekken.

Slide 4 - Tekstslide

7.2 Kracht en versnelling
Kracht en snelheid heeft met elkaar te maken. 

Voor beweging is kracht nodig. 

Slide 5 - Tekstslide

Kracht
Een motor levert aandrijfkracht. 

Dit wordt tegengewerkt door rolwrijving en luchtwrijving. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Nettokracht voor auto of fiets
Aandrijfkracht - wrijvingskracht = nettokracht

De wrijvingskracht kan dus contact met de lucht of bodem zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Nettokracht
> 0 = versnelling
< 0 = vertraging
0 = constante snelheid

Slide 10 - Tekstslide

Nettokracht

Slide 11 - Tekstslide

versnelling, massa en kracht

Slide 12 - Tekstslide

Tweede wet van Newton
De tweede wet van Newton legt een verband tussen:
Resultante kracht , massa en versnelling
Fres=ma

Slide 13 - Tekstslide



Fres  =    resultante kracht    (N)
m       =    massa                           (kg)
a         =    versnelling                 (m/s2)
Fres=ma

Slide 14 - Tekstslide

Definitie van de tweede wet van Newton

1N is gelijk aan de resultante kracht die 1 kg 
een versnelling van 1 m/s2 geeft.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opgaven 27 (blz 195)
timer
4:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opgaven 28
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke symbool hoort bij de grootheid afstand?
A
s
B
v
C
a
D
t

Slide 22 - Quizvraag

Welk symbool hoort bij de grootheid snelheid?
A
s
B
v
C
a
D
t

Slide 23 - Quizvraag

Welk symbool hoort bij de grootheid versnelling?
A
s
B
v
C
a
D
t

Slide 24 - Quizvraag

Wat weet je van de beweging als a een negatief getal is?
A
dan heeft het een constante snelheid
B
dan staat het stil
C
dan vertraagt het
D
dan versnelt het

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de eenheid van kracht
A
kg
B
g
C
N
D
m/s2

Slide 26 - Quizvraag

Wat weet je van Fres als een voorwerp stilstaat?
A
deze is 0N
B
deze is in de bewegingsrichting
C
deze is tegen de bewegingsrichting in
D
dit kun je niet weten

Slide 27 - Quizvraag

Wat weet je van Fres als een voorwerp een constante snelheid heeft?
A
deze is 0N
B
Deze is in de bewegingsrichting
C
deze is tegen de bewegingsrichting in
D
dit kun je niet weten

Slide 28 - Quizvraag

Wat weet je van Fres als een voorwerp versnelt?
A
deze is 0N
B
deze is in de bewegingsrichting
C
deze is tegen de bewegingsrichting in
D
dit kun je niet weten

Slide 29 - Quizvraag

Wat weet je van Fres als een voorwerp vertraagt?
A
deze is 0N
B
deze is in de bewegingsrichting
C
deze is tegen de bewegingsrichting in
D
dit kun je niet weten

Slide 30 - Quizvraag

Welke formule hoort bij de tweede wet van Newton
A
v = s: t
B
s = v * t
C
a = v: t
D
F = m * a

Slide 31 - Quizvraag