Brugklas - Vorm

Beeldaspect 2
VORM
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Beeldaspect 2
VORM

Slide 1 - Tekstslide

Vormen zie je overal om je heen. 


Met kennis van verschillende soorten vormen kun je nieuwe beelden maken.

Een Vorm is een lijn die gesloten is. 

Slide 2 - Tekstslide

Basisvorm

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Er zijn dus







tweedimensionale (2D) vormen
 en


 




driedimensionale (3D) vormen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een basisvorm?
A
Een vorm die met een lineaal gemaakt is
B
Een eenvoudige vorm waar je al het andere mee kan maken
C
Vierkanten en rechthoeken
D
Wanneer een lijn gesloten is ontstaat er een basisvorm

Slide 6 - Quizvraag

Er zijn verschillende vormsoorten:

Slide 7 - Tekstslide

1. Organische vorm
Kenmerken
  • afgeleid van natuurlijk
    vormen (mens, dier, natuur)
  • vloeiende vormen 
  • Alsof de vorm groeit of kan groeien

Slide 8 - Tekstslide

Henry Matisse - Blue Nude

Slide 9 - Tekstslide

2. Geometrische vorm
Kenmerken
  • Een platte meet-kundige vorm
  • gemaakt met passer of lineaal

Slide 10 - Tekstslide

Piet Mondriaan - Compositie 2

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de twee belangrijkste vormsoorten?
A
Ronde en hoekige vormen
B
Natuurlijke en wiskundige vormen
C
Organische en geometrische vormen
D
Vormen gemaakt met een passer of met een liniaal

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een belangrijk kenmerk van de organische vorm?
A
Alles is rond
B
Met een passer gemaakt
C
Alles is hoekig
D
Gebaseerd op natuurlijke vormen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een belangrijk kenmerk van een geometrische vorm?
A
Alles is met een passer of lineaal gemaakt
B
Het zijn vierkanten en rechthoeken
C
Alles is gebaseerd op natuurlijke vormen
D
Het is driedimensionaal

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Transparant - ondoorzichtig
Glad - Ruw
Organisch - Geometirsch
Kort - lang
Veel - weinig
dik - dun
3d - 2d

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is dan een vormovereenkomst?

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent Symmetrie?

Slide 19 - Woordweb

Symmetrie
Je spreekt van symmetrie als twee helften elkaars spiegelbeeld zijn. Dit spiegelen kan ten opzichte van een punt, een lijn of een vlak zijn. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het tegenovergesteld van Symmetrisch?
A
A-symmetrisch
B
onsymmetrisch
C
ongelijk
D
niet-gespiegeld

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Welke begrippen kwamen bij je op toen je de laatste twee afbeeldingen zag?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide