AFPG-A-2 De cel

Wat moet je ook al weer doen?
  • Presentatie volgen
  • Vragen maken uit boek, woorden invullen (Quizlet)
  • Vragen nakijken met antwoordmodel
  • Vragen en woorden leren (uit je hoofd de vragen beantwoorden, steeds 5 vragen oefenen, elke dag 5 vragen, volgende dag herhalen)
  • Aan het begin van de les 10-vragen-toets
  • Aan het begin van de les 6 woorden oefenen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat moet je ook al weer doen?
  • Presentatie volgen
  • Vragen maken uit boek, woorden invullen (Quizlet)
  • Vragen nakijken met antwoordmodel
  • Vragen en woorden leren (uit je hoofd de vragen beantwoorden, steeds 5 vragen oefenen, elke dag 5 vragen, volgende dag herhalen)
  • Aan het begin van de les 10-vragen-toets
  • Aan het begin van de les 6 woorden oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Bolletje 1 en 2
Competenties: aanvinken
Werkprocessen: aanvinken
Ik ga nadenken over de volgende leerdoelen:
--> Ik wil meer weten over het menselijk lichaam
--> Ik wil weten hoe een verpleegkundige de anatomie in de praktijk gebruikt.
Mijn planning hierbij is:
--> Elke week huiswerk maken, huiswerk leren, oefentoetsen maken

Slide 2 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Acuut = 

Slide 3 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Acuut = snel toenemende symptomen in uren tot 1 dag

Slide 4 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Anatomie = 

Slide 5 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Anatomie = ontleedkunde

Slide 6 - Tekstslide

Medische termen vorige week
ECG = 

Slide 7 - Tekstslide

Medische termen vorige week
ECG = elektrocardiogram

Slide 8 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Erfelijke aandoening = 

Slide 9 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Erfelijke aandoening = aandoening wordt via de genen overgedragen

Slide 10 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Prognose = 

Slide 11 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Prognose = het vermoedelijke verloop van een ziekte

Slide 12 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Verworven aandoening = 

Slide 13 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Verworven aandoening = aandoening die tijdens je leven ontstaat

Slide 14 - Tekstslide

Medische termen
  • Antwoorden opzoeken in Quizet of medisch woordenboek.
  • Leren met Quizlet: kaarten en schrijven
  • Leren met flashcard: zelf maken
  • Lijsten uitprinten en hiermee oefenen
  • Begin met 5 woorden, elke dag herhalen
  • Aan het begin van de les woorden oefenen met wisbordje

Slide 15 - Tekstslide

Medische termen
  • bekijk het filmpje in teams hoe Quizlet werkt.

Slide 16 - Tekstslide

De les begint, laat je niet afleiden
                                     Laptops dicht
Telefoons weg

                                                                                                                       
                                                                    Stilte

Slide 17 - Tekstslide

AFPG-A-2 De cel

Slide 18 - Tekstslide

De cel
De cel is de kleinste bouweenheid 
van het lichaam die nog 
zelfstandig kan functioneren.

Slide 19 - Tekstslide

De cel
Celorganellen:
Kleine structuren in het vocht in de cel met elk een bepaalde taak net als organen in het menselijk lichaam.

Celplasma of cytoplasma = een geleiachtig vocht in de cel

Slide 20 - Tekstslide

De cel
Weefsel bestaat uit meerdere cellen.
Cellen zijn omgeven door 
weefselvloeistof.

Cellen halen voeding uit het 
weefselvloeistof.
Aanvoerend:  bloedvat (voeding en zuurstof)
Afvoerend:  bloedvat en lymfevat (afvalstoffen, producten en kooldioxide)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Organellen in de cel
Celmembraan: vliesje om de cel heen,
om de celinhoud te scheiden van de omgeving

Nucleus = celkern: stuurt stofwisselingsactiviteiten
aan en bevat erfelijke eigenschappen

Endoplasmatisch reticulum: maken van eiwitten,
maakt celmembraan,
maakt giftige stoffen onschadelijk (alcohol)

Slide 23 - Tekstslide

Organellen in de cel
Golgicomplex: transport van stoffen (in en buiten de cel)

Mitochondriën: maken energie, energiecentrales

Lysosomen: afbraak en opruimen van stoffen in de cel

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Transport van stoffen
Passief transport:
Diffusie: deeltjes gaan van veel naar weinig totdat er overal evenveel is
Osmose: transport van water zodat de concentratie overal hetzelfde is

Actief transport: 
enzymatische pomp en blaasjestransport

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Ontwikkeling van cellen
Stamcellen maken nieuwe cellen, hierna differentiatie en specialisatie 

Differentiatie: cel gaat veranderen in bouw (bloedcel, huidcel)

Specialisatie: cel heeft het vermogen om een bepaalde taak uit te voeren (zenuwcel - impulsen, spiercel - samentrekken, bloedcellen, darmcellen, etc.)

Slide 28 - Tekstslide

Celdeling
2 soorten deling:

Mitose: voor vervanging en groei, aantal chromosomen blijft 46

Meiose: celdeling voor voortplanting, aantal chromosomen 23

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

6 medische termen, even oefenen
Cytologische punctie = opzuigen met een naald van cellen voor onderzoek
DNA = drager van erfelijk materiaal
Extracellulaire ruimte = ruimte buiten de cellen
Meiose = celdeling voor voortplanting
Organel = klein orgaantje in de cel
Stamcellen = cellen die nog niet gespecialiseerd zijn en door celdeling kunnen vermeerderen

Slide 31 - Tekstslide

6 medische termen, even oefenen
Cytologische punctie = 
DNA = 
Extracellulaire ruimte = 
Meiose = 
Organel = 
Stamcellen = 

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
  1. Vragen maken uit LWP.
  2. Woorden opzoeken in Quizlet.
  3. Eind van de week: vragen nakijken met antwoordmodel.
  4. Vragen en woorden leren.
  5. Volgende week: kleine toets over de vragen en docent vraagt naar medisch termen.

Slide 33 - Tekstslide