Een ziekenhuis heeft na een ongeval een nier ontvangen. Het orgaan is in goede staat en kan dus voor een patiënt gebruikt worden. Er zijn echter vier personen die voor de nier in aanmerking komen: Een kind met weinig familie, een oma die tien kinderen en dertig kleinkinderen heeft, een volwassene die veel rookt, alcohol drinkt en fastfood eet en een volwassene die gezond leeft maar door een erfelijke ziekte een beperkte levensverwachting heeft. Welke patiënt zou de nier moeten krijgen?
1. Welke patiënt moet de nier krijgen volgens de utilist?
2. Welke patiënt moet de nier krijgen volgens de plichtethicus?