Maak twee kolommen in je schrift. Zet boven de één middeleeuwen en boven
de ander renaissance.
1) Bijbel (Vulgaat) leidende bron voor kennis over het leven en de wereld.
2) Bronnen uit klassieke Oudheid worden alleen gebruikt als ze passen bij de
kerkelijke opvattingen.
3) Bronnen uit klassieke Oudheid worden belangrijker.
4) Kerkleer bepalend voor wetenschap en wordt niet bediscussieerd.
5) Kerkleer wordt bediscussieerd en kerkopvattingen niet meer beperkend.
6) Wetenschappelijk denken uit de Oudheid wordt leidend.