Vamos de compras/verbos E-IE

BIENVENIDOS
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

BIENVENIDOS

Slide 1 - Tekstslide

HOY
Lee la explicación y haz ejercicios
(lees de uitleg en maak de opdracht)
Repaso de los números
(herhalen van de getallen)
Lee la explicación y haz los ejercicios
(lees de uitleg en maak de opdrachten)

Slide 2 - Tekstslide

A trabajar
Maak opdracht C en D van 1.5

Slide 3 - Tekstslide

C. Voorbeeldoplossing, er zijn meerdere mogelijkheden.
• Una lata de sardinas
• Una botella de vino
• Un paquete de café
• Una bolsa de magdalenas
• Una barra de pan
• Un litro de agua mineral
• Medio kilo de croquetas
• 250 gramos de mantequilla
• medio litro de aceite 

D.
1. quería
2. Tiene - cuánto quiere
3. Cuánto cuestan
4. desea - deme
5. eso es todo
6. cuánto es

Slide 4 - Tekstslide

Lista de vocabulario
vul de woordenlijst van 1.4 in (gebruik pag 15 module b)

en maak de opdrachten bij 1.5 E

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

E
1. ¿Cuánto cuesta un kilo de tomates?
2. ¿Cuánto cuesta medio litro de aceite de oliva?
3. ¿Cuánto cuestan cien gramos de queso?
4. ¿Cuánto cuesta una barra de pan?
5. ¿Cuánto cuesta medio kilo de patatas?
6. ¿Cuánto es todo?

Slide 7 - Tekstslide

LOS NÚMEROS
de getallen zie je op de volgende pagina.
Blijf deze oefenen!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

LOS VERBOS REGULARES
neem de regelmatige werkwoorden nog eens goed door
blijf deze herhalen en oefenen!

Slide 10 - Tekstslide

Repaso: los verbos regulares

Slide 11 - Tekstslide

QUERER
Het werkwoord querer (willen)

Lees 1.6 van je moduleboekje

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

LET OP: 
Bij de nosotros en vosotros vorm NOOIT een klinkerwisseling.
wij
jullie

Slide 14 - Tekstslide

VERBOS E - IE
querer          -        willen, houden van
empezar      -       beginnen
preferir         -      liever willen
entender      -      begrijpen
cerrar             -      sluiten
pensar           -      denken
tener               -      hebben    (de ik-vorm = tengo)

Voorbeeld: 
Tú ______ (tener) 40 años.
La clase ________ (empezar) a las ocho y nueve. 

Deze werkwoorden leer je als werkwoorden met e - ie 
klinkerwisseling
antwoord
tienes
antwoord
empieza

Slide 15 - Tekstslide

Los verbos
maak de oefeningen van 1.7 A

Zie ook de volgende dia

-> schrijf in je schrift en zorg dat je deze leert!

Slide 16 - Tekstslide

1.7 - Los verbos E - IE
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden in je schrift. schrijf de hele zin op!

1. ¿Qué _____________________(querer, tú)?
2. Yo _____________________(querer) una barra de pan.
3. ¿Qué ______________________(preferir, vosotros), té o leche?
4. Pues, yo ___________________(preferir) agua.
5. ¿A qué hora ____________________(cerrar) el supermercado?
6. Los alumnos no ____________________(entender) al profesor.
7. Chicos, _______________________(empezar, nosotros) la clase.
8. Pepe ________________________(pensar) que no tienen queso manchego

Slide 17 - Tekstslide

Las respuestas

1. quieres
2. quiero
3. preferís
4. prefiero
5. cierra
6. entienden
7. empezamos
8. piensa

Plaza de España, Sevilla

Slide 18 - Tekstslide

LOS DEBERES
Alles tot en met 1.7 A is af
Leren van de woordenschat

Oefenen met de werkwoorden 
van 1.7 (blz 24)
querer - willen, houden van
empezar - beginnen
preferir - liever willen
entender - begrijpen
cerrar - sluiten
pensar - denken
tener - hebben

Schrijf alle vormen van bovenstaande werkwoorden in je schrift

Slide 19 - Tekstslide