Past Simple

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

  2VH chapter 1   

Past Simple 

What do we know?

2 Examples for the past simple

1. Regular verb : Yesterday she walked to school.
2. Irregular :  Yesterday he went to school. 

How do you form the past simple?

R: Hele werkwoord:    play

stam + ed:      played

I: tweede rijtje onregelmatige werkwoordenlijst

When do we use it?

De Past Simple gebruik je voor handelingen of gewoontes die in het verleden hebben plaatsgevonden en die nu helemaal afgelopen zijn

Key words: Verledentijd bepalingen - yesterday, last week , last month, a week ago , a month ago and dates like 1980

Exceptions to -ed form 

• Werkwoord eindigt op a of e enkel –d toevoegen love-loved
• Stam eindigt normaal op –y de y weglaten en –ied toevoegen 

to hurry-hurried 

• Werkwoord met één lettergreep en één korte klinker ( a e i o u ) de laatste letter verdubbeld   to rip-  ripped 
• Werkwoord met twee lettergrepen waar de klemtoon op de laatste lettergreep valt de laatste letter verdubbeld to admit-  admitted
• Werkwoorden die op –el  eindigen verdubbeling van de L   

to travel- travelled

• Irregular verbs

I _____(change) trains at Victoria.

I ______(receive) 200 dollars when my uncle died

Carmen took the picture from her hand and ____(study) it.

They ____(live) in Paris.

He ____(start)his homework two hours ago and he still isn't finished.

I thought he would change after we got _____(marry).

She ____(cry) out in pain.

Mr. Tim had _____(call) her well before.

She ______(continue) to pack in silence

It (occur) to her that he might push her off it.