Unit 5 Past Simple

Past simple
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Past simple

Slide 1 - Tekstslide

Past Simple
At the end of today's class:  

  •  you know WHEN to use past simple
  • you know HOW to form past simple
  • you know some verbs do not follow the rules (the irregular verbs)

Slide 2 - Tekstslide

Past Simple 
Hoe maak je de Past Simple: ww+ed (bij alle personen)

  • He walked to school yesterday.
  • They walked to school yesterday.

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple 
  • Bij ww zoals 'live'  verdwijnt de 'e',    He lived here when he was 6 years old.
  • Bij ww met medeklinker + y : try, He tried to fix the bike yesterday. (He played football yesterday.)
  • Bij ww met één klinker en medeklinker, verdubbel je de medeklinker: He stopped the video yesterday.

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple 
  • Bij ww met één klinker en medeklinker, verdubbel je de medeklinker: He stopped the video yesterday.
  • Bij ww van twee of meer lettergrepen, eindigen opzoals to cancel/ to travel, verdubbel je de l.  He cancelled the trip yesterday.

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple 
  • Bij ww met één klinker en medeklinker, verdubbel je de medeklinker: He stopped the video yesterday.
  • Bij ww van twee of meer lettergrepen, eindigen opzoals to cancel/ to travel, verdubbel je de l.  He cancelled the trip yesterday.

Slide 6 - Tekstslide

Past Simple Irregular Verbs
  • Let Op! 
  • Er zijn ook werkwoorden die deze regel niet volgen. Dit zijn de zogenaamde on-regel-matige werkwoorden (in English: irregular verbs).
  • De verleden tijd van deze werkwoorden moet je apart leren.
  • Voorbeelden zijn: 
  • to be       >>> past simple = was/were    (I was late yesterday. We were on time.)
  • to swim >>> past simple = swam            (You swam across the channel last summer.)
  • to do       >>> past simple = did                  (They did all their homework a week ago.)

Slide 7 - Tekstslide

Sarah (to want) a pony when she was 5 years old.

Slide 8 - Open vraag

My parents (to marry) seven years ago.

Slide 9 - Open vraag

Tom and James (to travel) a lot last week.

Slide 10 - Open vraag

They (to stop) the show just in time.

Slide 11 - Open vraag

Cameron (to study) a lot for the test.

Slide 12 - Open vraag

We (to use) all our money to buy a present.

Slide 13 - Open vraag

I know how to form a Past Simple Affirmative and when to use it.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Link