2W3 Het bloed en de bloedsomloop

3
Het bloed en de bloedsomloop
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

3
Het bloed en de bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les...
1 Vertel je waar lymfe uit bestaat en wat het doet, inclusief een lymfeknoop

2 Vertel je waar schone lymfe uitmondt

3 Geef je aan hoe het lichaam zorgt voor afweer tegen ziekteverwekkers

4 Geef je aan wat het kenmerk is van natuurlijke en kunstmatige immuniteit

Slide 2 - Tekstslide

3.6 Het lymfestelsel
Het lymfestelsel heeft de taak om vloeistof af te voeren...
  • waarin gevaarlijke stoffen zitten (zoals ziekteverwekkers, niet-lichaamseigen stoffen)
  • waarin (een deel van de) afvalstoffen zitten

Slide 3 - Tekstslide

3.6 Het lymfestelsel
Lymfe bestaat uit...
  • water
  • lymfecellen (soort witte bloedcel)
  • afval
  • bouwstenen van vetten vanuit de vertering

Slide 4 - Tekstslide

3.6 Het lymfestelsel
Lymfevaten hebben kleppen om terugstroom te voorkomen.

Slide 5 - Tekstslide

3.6 Het lymfestelsel
Meerdere lymfevaten leiden naar een lymfknoop.
In een lymfeknoop wordt de lymfe gezuiverd...
  • van ziekteverwekkers
  • van cel resten, kankercellen
  • giftige stoffen

Slide 6 - Tekstslide

3.6 Het lymfestelsel
Lymfeknopen liggen verspreid in het lichaam, maar vooral op plaatsen waar contact met de buitenwereld mogelijk is...
  • mondkeelholte (amandelen)
  • luchtwegen en darmen
  • oksels en liezen

Slide 7 - Tekstslide

3.6 Het lymfestelsel
Schone lymfe komt weer in de bloedbaan terecht.
Via de borstbuis komt schone lymfe in de armader bij het sleutelbeen.

Slide 8 - Tekstslide

3.7 Het immuunsysteem
  • Antigenen zijn lichaamsvreemde stoffen. Witte bloedcellen komen dan in actie om weerstand te bieden.

  • Ziekteverwekkers (pathogenen) zijn bepaalde bacteriën, virussen, schimmels en parasieten.

Slide 9 - Tekstslide

3.7 Het immuunsysteem
Weerstand bieden gebeurt op twee manieren.

  • 1 ziekteverwekkers verteren
  • Witte bloedcellen 'pakken' een ziekteverwekker en verteren ze (korrelcellen)
  • Verteren gebeurt aspecifiek.

Slide 10 - Tekstslide

3.7 Het immuunsysteem
Weerstand bieden gebeurt op twee manieren.

  • 2 antistoffen maken
  • Witte bloedcellen doden de ziekteverwekkers met antistoffen (afweereiwitten) (lymfecellen)

Slide 11 - Tekstslide

3.7 Het immuunsysteem
Wanneer een antistof matcht met de  ziekmaker, zal deze sterven
  • samenklonteren
  • celmembraan lek prikken, waardoor de ziekmaker sterft

  • Antistoffen zijn specifiek.

Slide 12 - Tekstslide

3.7 Het immuunsysteem
Weerstand bieden tegen ziekteverwekkers.
  1. de natuurlijke weg
  2. de kunstmatige weg

Slide 13 - Tekstslide

3.7 Het immuunsysteem
natuurlijke immuniteit
  • je maakt zelf antistoffen doordat je de ziekte doormaakt
  • je krijgt antistoffen vanuit de borstvoeding

Slide 14 - Tekstslide

3.7 Het immuunsysteem
natuurlijke immuniteit
  • de eerste keer dat je ziek wordt duurt het even voordat de specifieke antistof gemaakt is.
  • een witte bloedcel onthoudt dit voor een volgende keer.
  • de tweede keer wordt de ziekmaker herkend en liggen de antistoffen klaar > je blijft gezond

Slide 15 - Tekstslide

3.7 Het immuunsysteem
kunstmatige immuniteit
  • je maakt zelf antistoffen doordat je een vaccin (met een zwak ziekteverwekker) de ziekte doormaakt
  • je krijgt antistoffen van een plasmadonor
  • preventief een ziekte voorkomen of sneller genezen is het doel

Slide 16 - Tekstslide

3.7 Het immuunsysteem
kunstmatige immuniteit
difterie
meningokokken acwy
kinkhoest
humaan papilloom virus
tetanus
hepatitis b
polio
h. influenza b
bof
pneumokokken
mazelen
rode hond

Slide 17 - Tekstslide

Na deze les...
1 Vertel je waar lymfe uit bestaat en wat het doet, inclusief een lymfeknoop

2 Vertel je waar schone lymfe uitmondt

3 Geef je aan hoe het lichaam zorgt voor afweer tegen ziekteverwekkers

4 Geef je aan wat het kenmerk is van natuurlijke en kunstmatige immuniteit

Slide 18 - Tekstslide

Na deze les...
1 noem je de organen van borst-, buik en bekkenholte

2 leg je uit welke oorzaak een aandoening kan hebben

3 leg je uit hoe groei en ontwikkeling plaatsvinden
1 Vertel je waar lymfe uit bestaat en wat het doet, inclusief een lymfeknoop

2 Vertel je waar schone lymfe uitmondt

3 Geef je aan hoe het lichaam zorgt voor afweer tegen ziekteverwekkers

4 Geef je aan wat het kenmerk is van natuurlijke en kunstmatige immuniteit

Slide 19 - Tekstslide

zelf maken
H3 Het bloed en de bloedsomloop
  • Opdracht 14 t/m 16

Slide 20 - Tekstslide