Chap 3 herhaling 3.3b

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

le futur proche

1-2-3

gaan + heel werkwoord

le futur (simple)

1-2

zullen + heel werkwoord

le futur proche

1-2-3

gaan + heel werkwoord

le futur (simple)

1-2

zullen + heel werkwoord

1. onderwerp

2.vorm van "aller"

3. het hele werkwoord

1. onderwerp

2. het hele werkwoord        +  uitgangen

Schrijf het werkwoord " aller "  nu op:

onder elkaar

Le futur proche:

zij gaat twijfelen

Schrijf de uitgangen van " le futur (simple)"  nu op:

onder elkaar

Le futur (simple):

zij zal twijfelen

Le futur proche:

wij gaan raden

Le futur (simple):

wij zullen raden

Le futur proche:

zij gaan zich vermaken

Le futur (simple):

zij zullen zich vermaken

Le futur (simple):

jullie zullen je aankleden 

Le futur (simple):

 jullie zullen je opmaken

Le futur (simple):

hij zal zijn

Le futur (simple):

u zult hebben

Le futur (simple):

we zullen zien

Oefenen:

Klik door op de link op de volgende dia

le futur (simple)  [1-2]

70% is een voldoende!

être / aller / avoir / pouvoir / vouloir /  faire / voir 

www.verbuga.eu

Oefenen:

Klik door op de link op dia 14

Connaitre

70% is een voldoende!

le présent

l'imparfait

le passé composé

le futur (simple)

le futur proche

www.verbuga.eu

Se présenter

1. naam/achternaam
2. leeftijd
3. woonplaats
4. school/klas/niveau
5. ik ben goed /slecht in welk vak, [waarom]?
6. mijn leukste/saaiste/moeilijkste/ ... vak/docent op school 
7. mijn hobby's / sport

Nu zelf gaan oefenen!

Gebruik de leerbox!

Volgende les: weer wat oefenvragen over 

de grammaire 3C - 3G - 3I!

1

2

3

4

5