Les 7: Casussen en stellingen.

Begeleiden van activiteiten
60 min - Klas: 1C, 1D
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beg.v.actMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden van activiteiten
60 min - Klas: 1C, 1D

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To do:
  • Niveau's van begeleiding
  • Stellingen
  • Zelfwerkzaamheid 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode overzicht:

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot nu toe:
  1.  Begeleidingsstijlen -> Autoritair,  Autoritatief, Permisief
  2.  Ik als professional -> Competenties, normen & waarden
  3.  Groepsdynamica -> Fases groepsvorming + Omgangsregels
  4.  Groepsrollen -> Actieveling,  Socialen (Clowns), Meelopers, Dwarsliggers, 
                                     Zondebokken
  5.  Omgeving -> Indeling ruimte, Decoratie, Materiaal, Valkuilen begeleiding 
                               (onderschatting, overschatting en gericht op problemen)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niveau's van begeleiding:
De persoon:
  • Wie is de persoon?
  • Wat zijn de mogelijkheden van de persoon?
  • Wat zijn de beperkingen van de persoon?
  • Wat wil de persoon bereiken?
  • Waaraan heeft de persoon behoefte?
  • Wat heeft de persoon van mij nodig?

Slide 5 - Tekstslide

Basisboek SW:
10.2. Drie niveaus van begeleiden
Tijdens het werken met mensen zijn er drie niveaus waarop je de begeleiding kunt afstemmen. Wanneer zich een probleem voordoet of wanneer je een bepaald doel wilt bereiken, kun je de begeleiding afstemmen op de persoon, op de situatie of op jezelf. Soms kun je het gevoel hebben dat je vastloopt in de begeleiding. Het kan dan helpen je aandacht eens op een ander niveau te richten. Als je gemakkelijk kunt wisselen tussen de niveaus, is je begeleiding effectief en veelzijdig.
Niveau's van begeleiding:
De situatie:
  • Wat gebeurt er op dit moment?
  • Wie zijn bij deze situatie betrokken?
  • Welke rol spelen andere mensen in deze situatie?
  • Wat is in deze situatie de beste aanpak?
  • Welke invloed heeft de ruimte op deze situatie?
  • Welke invloed hebben de regels op de situatie?
  • Welke invloed heeft het materiaalaanbod op de situatie?
  • Wat is er nodig om de situatie positief te beïnvloeden?

Slide 6 - Tekstslide

Basisboek SW:
10.2. Drie niveaus van begeleiden
Tijdens het werken met mensen zijn er drie niveaus waarop je de begeleiding kunt afstemmen. Wanneer zich een probleem voordoet of wanneer je een bepaald doel wilt bereiken, kun je de begeleiding afstemmen op de persoon, op de situatie of op jezelf. Soms kun je het gevoel hebben dat je vastloopt in de begeleiding. Het kan dan helpen je aandacht eens op een ander niveau te richten. Als je gemakkelijk kunt wisselen tussen de niveaus, is je begeleiding effectief en veelzijdig.
Niveau's van begeleiding:
Begeleider:
  • Wie ben ik?
  • Wat zijn mijn sterke en zwakke punten?
  • Welke kwaliteiten heb ik in huis?
  • Ben ik voldoende geïnformeerd?
  • Welke kennis heb ik over het onderwerp?
  • Welke ervaring heb ik opgebouwd?
  • Wat is mijn stijl van begeleiden?

Slide 7 - Tekstslide

Basisboek SW:
10.2. Drie niveaus van begeleiden
Tijdens het werken met mensen zijn er drie niveaus waarop je de begeleiding kunt afstemmen. Wanneer zich een probleem voordoet of wanneer je een bepaald doel wilt bereiken, kun je de begeleiding afstemmen op de persoon, op de situatie of op jezelf. Soms kun je het gevoel hebben dat je vastloopt in de begeleiding. Het kan dan helpen je aandacht eens op een ander niveau te richten. Als je gemakkelijk kunt wisselen tussen de niveaus, is je begeleiding effectief en veelzijdig.
Stellingen/casussen:
  • Aantekeningen maken 
  • Per casus/stelling:
      - Wat is belangrijk m.b.t. De persoon?
      - Wat is belangrijk m.b.t. De situatie?
      - Wat is belangrijk m.b.t. De begeleider?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen/casussen:
Stelling: ‘De moeilijkste begeleiding bestaat uit bewust niets doen.’

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen/casussen:
'Tom (13 jaar) heeft ASS. Hij vindt het heel prettig om veel structuur in zijn leven te hebben. Jij helpt hem daarbij. Nou heb jij de vorige afspraak met Tom moeten afzeggen om privé redenen.'

- Hoe ga jij de afspraak hierna met hem om?
(Persoon, Situatie, Begeleider)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen/casussen:
Emma begeleidt Sara (12) met ADHD, die moeite heeft met concentratie en impulsbeheersing. Emma merkt dat Sara vaak afspraken vergeet en tijdens gesprekken afdwaalt. Ondanks Emma’s pogingen om structuur te bieden, lukt het niet om Sara gemotiveerd te houden. 

- Stel jij bent Emma, wat is van belang? (Persoon, Situatie, Begeleider)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen/casussen:
'Jij begeleid een groep jongeren (16-18 jaar met ADHD) tijdens een activiteit. Je ziet verschillende groepsrollen in de groepsdynamiek van deze groep jongeren. Er komt een vervelende sfeer in de groep door hardhandig spelen.'

- Wat is van belang? (Persoon, Situatie, Begeleider)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Portfolio:
  1. Benoem de theorie die gedurende de les behandeld is en leg deze uit.
  2. Benoem wat je hebt geleerd over het onderwerp en wat hiervan nieuw was.
  3. Benoem wat je mee neemt vanuit de les in je eigen handelen en professionele identiteit.

Dit is waar je, in je portfolio, op beoordeeld wordt!





Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies