Les 5: Johan van Oldenbarnevelt
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wie is de hoofdgast in deze aflevering?
A
Willem van Oranje
B
Filips van Oranje
C
Maurits van Oranje
D
Johan van Oldenbarnevelt
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Maurits had minder soldaten dan de Spanjaarden. Hoe zorgde hij ervoor dat dit geen probleem was.
A
Hij liet de soldaten heel lang en hard werken.
B
Hij gaf de soldaten heel lekker te eten.
C
Hij betaalde de soldaten op tijd.
D
De soldaten kregen veel vakantie.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Er was een geheim plan bedacht om Breda in te nemen. Wat was dit plan?
A
Ze voeren met een turfschip vol met bommen Breda binnen.
B
Ze voeren met een turfschip vol soldaten Breda binnen.
C
De schipper van het turfschip ging het gevecht aan met de wachters.
D
Breda werd omsingeld en uitgehongerd door de soldaten.
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
De Spanjaarden wilden wraak nemen, omdat Breda was veroverd. Dit was niet gelukt. Waarom?
A
Lochem was al veroverd door Spanjolen.
B
Lochem was een te grote stad, de Spanjaarden waren met te weinig soldaten.
C
De Spaanse soldaten zijn diep in de nacht naar binnen geslopen, maar ze werden opgepakt.
D
Er was een kind die de Spanjaarden had ontdekt in een hooiwagen
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wie wilde Zutphen overmeesteren in 1591?
A
Willem van Oranje
B
Maurits van Oranje
C
Johan van Oldenbarnevelt
D
De Spanjaarden
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Waarom moesten De soldaten zich als vrouw verkleden toen ze Zutphen gingen overmeesteren?
A
Vrouwen waren sterker dan mannen. Dit deden ze om de Spanjaarden bang te maken.
B
Als mannen werden gepakt door de Spanjaarden werden ze direct vermoord. Vrouwen niet.
C
Zo konden ze hun geweren onder hun rok verstoppen.
D
Zo probeerden ze de Spaanse soldaten te verleiden.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Maurits moest van van Oldenbarneveld de Spaanse kapers verjagen. Wat gebeurde er toen Maurits dit had geprobeerd?
A
Maurits en van Oldenbarnevelt waren heel blij dat het was gelukt, ze bleven goede vrienden.
B
Van Oldenbarneveld was zo boos op Maurtis dat het niet gelukt was, dat ze vijanden werden.
C
Maurits vond de opdracht onmogelijk, maar is er wel in geslaagd om de Spaanse kapers te verjagen.
D
Maurits was boos op Van Oldenbarnevelt, omdat de opdracht onmogelijk was. Daarna werden ze vijanden.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
De Spanjaarden en Hollanders waren moe van de oorlog en namen een tijdje rust. Hoe heet die periode?
A
De slag bij Nieuwkoop.
B
Het twaalfjarig bestand.
C
De slag van Arminius en Gomarus.
D
De twaalfjarige oorlog.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Tijdens het twaalfjarig bestand was er toch onrust. Arminus en Gomarus kregen bonje met elkaar, terwijl ze allebei protestant waren. Hoe kwam dat?
A
Arminus en Gomaris wilden graag tegen elkaar vechten, anders gingen ze zich vervelen.
B
Arminus zei dat hij protestant was, maar eigenlijk was hij katholiek. Gomarus had dit door.
C
Arminus en Gomaris wilden allebei de nieuwe leider van Nederland worden.
D
Arminus en Gomaris hadden allebei andere ideeën over de uitvoering van het geloof.
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Van Oldenbarneveld kreeg de tip om om gratie te vragen. Wat betekent dat?
A
Vragen om het kwijtschelden van een straf.
B
Vragen om snel onthoofd te worden.
C
Vragen of je spullen gratis mag hebben.
D
Vragen om een andere straf.
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Wat deed Hugo de Groot in een boekenkist?
A
Op die manier kon hij ontsnappen, anders zou hij worden vermoord.
B
Het was een smoes. Toen hij er in zat, hebben ze de kist dicht gemaakt en nooit meer open gemaakt.
C
In de kist zaten verkleedkleren om zich te verkleden als metselaar. In die kleding kon hij ongezien ontsnappen.
