Atoommodel en periodiek systeem

Hoofdstuk 1 Chemisch rekenen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Voortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Chemisch rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Intro H1 + uitleg 1.1
  • Bestuderen 1.1
  • Maken 3, 6A, 7AB, 8
  • Bestuderen 1.2
  • Maken 14
  • Maken opgaven bij krantenartikel
  • Afsluitende quiz

Slide 2 - Tekstslide

Wat leer je in hoofdstuk 1?
  • Je leert wat een atoommodel is en hoe dit eruit ziet.
  • Je leert hoe het periodiek systeem is opgebouwd.
  • Je leert rekenen aan reacties (chemisch rekenen).
  • Je leert de significantieregels.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

1.1 Atoombouw

Slide 5 - Tekstslide

Opdrachten met formules en vergelijkingen in je schrift schrijven, overige opdrachten mag je kiezen: op papier of digitaal.

Slide 6 - Tekstslide

5 min: kijk en schrijf in je schrift
  1. Bekijk Binas tabel 25. Wat zie je (niet laatste kolom)?
  2. Wat denk je dat isotopen zijn?
  3. Kun je de getallen terug vinden in het periodiek systeem, Binas tabel 99? (atoomnummer, massagetal, atoommassa)

Schrijf op blz. 1 in je schrift Binas tabel 25 en 99 met wat je daar kunt vinden.

    Slide 7 - Tekstslide

    Geschiedenis van atoommodel
    'Is materie eeuwig deelbaar?'

    Deze vraag stelden de eerste filosofen al rond 460 voor Christus. 


    Slide 8 - Tekstslide

    Slide 9 - Video

    Ontstaan van huidige atoom





    Lees in je boek meer over het ontstaan van het huidige atoommodel.

    Slide 10 - Tekstslide

    Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?
    Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
    Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

    In Binas tabel 25 is dit te vinden van de meeste isotopen.

    Isotopen hebben een gelijk aantal elektronen en protonen, maar een verschillend aantal neutronen.

    Slide 11 - Tekstslide

    Voorbeeld: chloor
    Twee isotopen van chloor in de natuur: Cl-35 en Cl-37






    Verdeling van elektronen (elektronenconfiguratie) in Binas tabel 99.

    Slide 12 - Tekstslide

    Atoommodel van Bohr

    Slide 13 - Tekstslide

    Even oefenen
    Maak een schets van de isotoop beryllium-9 volgens het atoommodel van Bohr. 

    Tip: bekijk voorbeeldopgave 1

    Klaar: bestuderen 'Atoommassa' + VB opgave 2

    Slide 14 - Tekstslide

    Atoommassa
    • Wordt uitgedrukt in u (1 u = 1,66*10-27 kg) Binas 7B

    • Relatieve atoommassa's uitrekenen: gebruik Binas 25 voor percentages voorkomen in de natuur.
    • Percentages omzetten in factor (delen door 100), vermeningvuldigen met de atoommassa en de som daarvan.
    • Binas 99 (periodiek systeem) bevat relatieve atoommassa's.

    Slide 15 - Tekstslide

    Deze les
    • Intro H1 + uitleg 1.1
    • Bestuderen 1.1 t/m 'Atoommassa'
    • Maken 1, 6, 9 (evt. thuis afmaken)
    • Bestuderen 1.1 vanaf 'Periodiek systeem' (± lesuur 2)

    • Maken opgaven bij krantenartikel
    • HW: opgaven afmaken + 2 + 5
    • Afsluitende quiz (laatste 10 min)

    Slide 16 - Tekstslide

    Klassencode: wcdhz
    • Later de lessen nog eens bekijken.
    • Thuis opgaven maken die via LessonUp worden gegeven.

    Slide 17 - Tekstslide

    Wat is de elektronenconfiguratie van calcium (atoomnummer 20)? Gebruik Binas 99.
    timer
    0:45
    A
    40,08
    B
    20
    C
    8,2
    D
    2,8,8,2

    Slide 18 - Quizvraag

    Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel protonen heeft natrium?
    timer
    0:25
    A
    11
    B
    12
    C
    23
    D
    34

    Slide 19 - Quizvraag

    Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
    timer
    0:25
    A
    11
    B
    12
    C
    23
    D
    34

    Slide 20 - Quizvraag

    Wat is een isotoop?
    A
    Atomen van hetzelfde element met hetzelfde aantal elektronen
    B
    Atomen van hetzelfde element met hetzelfde aantal neutronen
    C
    Atomen van hetzelfde element met verschillend aantal elektronen
    D
    Atomen van hetzelfde element met verschillend aantal neutronen

    Slide 21 - Quizvraag

    Natrium is zeer reactief. Leg uit hoe dit komt aan de hand van de elektronenconfiguratie.

    Slide 22 - Open vraag

    Slide 23 - Tekstslide