Les 2 Burgerschap Klimaat



DIVERSITEIT
THEMALES
KLIMAAT
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsLOB+1Middelbare schoolMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

In de thema modules vertellen bekende Nederlanders waarom het belangrijk is om in actie te komen voor deze thema’s. Jongeren worden gemotiveerd om zelf in actie te komen voor een van de volgende thema’s: klimaat, gelijke kansen, diversiteit, maatschappij en gezondheid. Jongeren worden geïnspireerd en gemotiveerd om in actie te komen voor het klimaat. BN’er Sander Hoogendoorn legt uit waarom hij zich zorgen maakt over zwerfafval. De jongeren worden aan het denken gezet over hun rol in het klimaatprobleem. Ook denken de jongeren na over hoe zij iets kunnen doen voor het klimaat. Aan het eind van de module komen jongeren in actie door mee te doen aan een landelijke challenge: de week zonder vlees!

Instructies

Deze les is ontworpen om klassikaal te geven. Na het afronden van de module komen de jongeren zelf in actie.

KOM MET DE HELE KLAS IN ACTIE
Na het volgen van een module komt de hele klas in actie door een grote challenge uit te voeren binnen het thema. Op deze manier maak je er echt een project van.

Onderdelen in deze les



DIVERSITEIT
THEMALES
KLIMAAT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

SPEL
Een bal aan kennis
Hoe heb jij invloed op het klimaat? Gooi de bal over tot jullie niets meer kunnen verzinnen

Slide 4 - Tekstslide

Pak een voorwerp dat je kunt overgooien en ga allemaal in een kring staan Noem de naam van een ander en gooi het voorwerp naar diegene. Degene die het voorwerp vangt, noemt een manier waarop je in het dagelijks leven al invloed hebt op het klimaat. Hoe draag je bij aan vervuiling/opwarming/etc. of  hoe juist niet? De leerling gooit de bal weer naar een volgende leerling, die iets noemt enzovoort. Het spel is klaar als jullie geen manieren meer kunnen bedenken. Let's go!

We nemen 40% van alle aarde op de wereld in beslag voor landbouw. Waar wordt de landbouwgrond vooral gebruikt?
VRAAG 1
A
Bomen/planten voor de sier
B
Voedsel voor mensen
C
Veehouderij
D
Bomen voor papier

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het juiste antwoord is C, veehouderij. Tweederde van alle landbouwgrond, wordt gebruikt als grasland voor vee. Slechts een derde wordt gebruikt voor akkerbouw. Van de akkerbouw is ook weer eenderde in gebruik voor veevoer

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel voetbalvelden verdwijnen er per minuut om (o.a.) hiervoor ruimte te maken?
VRAAG 2
A
10
B
15
C
20
D
30

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het juiste antwoord is D. 30 Voetbalvelden verdwijnen per minuut door ontbossing. Dat zijn 43.200 voetbalvelden per dag.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Regenwouden worden in hoog tempo ontbost. Waarom zijn die nu juist zo belangrijk?
VRAAG 3
A
Meer dan de helft van alle diersoorten woont in het regenwoud
B
Regenwouden stoten grote hoeveelheden zuurstof uit
C
Het regenwoud gaat klimaatverandering tegen
D
Regenwouden voorzien ons van medicatie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gotcha! Alle antwoorden zijn goed. Daarmee is ontbossing de op één-na grootste oorzaak van opwarming van de aarde. Het regenwoud is dus super belangrijk! Wist je dat regenwouden de grootste biodiversiteit hebben van de wereld?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAAR OF NIET WAAR
Wat je moet weten over biodiversiteit; verscheidenheid van het leven op aarde

Slide 11 - Tekstslide

De quiz wisselen we af met actieve werkvormen. Dit onderdeel heet over de streep. 

Doel: leerlingen actief laten nadenken over hun visie op vlees eten voordat we verder de diepte in gaan. Zo krijgt de docent ook inzicht in de algemene visie hierop binnen de klas.

Het spel: Alle leerlingen gaan aan één kant van het lokaal staan. In het midden maak je een (denkbeeldige) lijn. De volgende dia's tonen stellingen. Als leerlingen het eens zijn met de stelling, stappen ze over die streep naar de andere kant van het lokaal. Vraag steeds één leerling die over de streep is gestapt om hun keuze toe te lichten.

Er zijn teveel soorten dieren op de wereld
WAAR OF NIET WAAR
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Verlies van biodiversiteit vermindert de kwaliteit van water
WAAR OF NIET WAAR
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Veel diersoorten dienen als ongediertebestrijding
WAAR OF NIET WAAR
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Biodiversiteit, dus veel verschillende soorten dieren, planten en meer, zorgt voor voedselzekerheid, ook voor de mens
WAAR OF NIET WAAR
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe meer verschillend eten, hoe zekerder je bent dat je kunt eten. Ook organismen met een specifiek dieet kunnen in leven blijven. Dus zijn er meer diersoorten. Zo gaat de cirkel door
UITLEG

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk diertje is belangrijk in het voortplanten van bloemen en planten?
VRAAG 4

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


VRAAG 5
Wat is de reden dat de bij bedreigd wordt?
A
De honingindustrie
B
Bestrijdingsmiddelen in de landbouw
C
Monocultuur (te weinig variatie planten en bloemen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het antwoord is C. Monocultuur. Daardoor zijn er weinig bijen, waardoor planten ook moeilijker voortplanten.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Kies een bedreigde diersoort van WWF.NL
2. Lees de info en beantwoord de vragen in je dummy: 
Wat voor soort dier is het? Waar leeft het? Waardoor wordt het bedreigd? EN Waarom zou jij het wel of niet erg vinden als dit dier er niet meer is?
3. Zoek online een portret van een bedreigde dier en print het uit op A3
DIERENPORTRET VOORBEREIDEN

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak met potlood een portrer van een bedreigde diersoort op A3

4. Oefen met arceren met HB en BB potloden
5. Gebruik de print van je dierenportret en teken, met behulp van een lichtbak, de omtrekken van de schaduwen in potlood op een leeg A3
6. Leg het voorbeeld ernaast en arceer de schaduwen tot je tevreden bent
7. Schrijf eronder welk dier het is en hoeveel er nog van zijn op de wereld
DIERENPORTRET

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies