A1_3

A1_3
9 vragen om 9 uur
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBeroepsopleiding

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

A1_3
9 vragen om 9 uur

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor "betalen"?

A
afrekenen
B
afspreken
C
afvegen
D
afmaken

Slide 2 - Quizvraag

grammatica, maak af
Wat is NIET goed=fout?
(meenemen)

A
Ik neem het cadeau mee.
B
Ik zal het cadeau meenemen.
C
Ik neem mee het cadeau.
D
Ik heb het cadeau meegenomen

Slide 3 - Quizvraag

grammatica
Welke drie woorden horen bij
"het bestek"?
A
auto-vliegtuig-bus
B
vork-lepel-mes
C
cavia-konijn-hamster
D
klagen-zeuren-zeiken

Slide 4 - Quizvraag

tegenovergestelde 
Op welke afbeelding zie je "dweilen"?

A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

wat is dit? (afbeelding) 
Ik woon ... mijn werk
A
in
B
tegenover
C
op
D
uit

Slide 6 - Quizvraag

prepositie
Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
acht
B
tien
C
twaalf
D
veertien

Slide 7 - Quizvraag

kennis mbt Amsterdam/Nederland
Welk dier is sinds kort terug in Nederland?
A
de wolf
B
de beer
C
de vos
D
de das

Slide 8 - Quizvraag

Actualiteit
Wat zijn dit?
A
de kussens
B
de kleden
C
de muren
D
de gordijnen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is dit? (afbeelding) 2
(Vertaal. Gebruik het reflexief verbum)
I'M BORED


Slide 10 - Open vraag

Grammatica