6.4C gelijksoortige termen (herhaling 6.4ab)

Planning
  • Wat hebben we voor de vakantie gedaan?
    Som van gelijke termen
    Herleiden van producten
  •  Uitleg gelijksoortige termen

  • Lesdoel:
    Je kunt gelijksoortige termen herleiden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • Wat hebben we voor de vakantie gedaan?
    Som van gelijke termen
    Herleiden van producten
  •  Uitleg gelijksoortige termen

  • Lesdoel:
    Je kunt gelijksoortige termen herleiden

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf als product van twee factoren
a + a + a + a
A
aaaa
B
4a

Slide 2 - Quizvraag

Schrijf als som
7b
A
b + b + b + b + b
B
b + b + b + b
C
b + b + b + b + b + b + b
D
bbbbbbb

Slide 3 - Quizvraag

Herleid

3b4a
A
7ab
B
12
C
12ab
D
12ba

Slide 4 - Quizvraag

Herleid

3x4y2z

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Herleid
3a4a
A
7aa
B
12aa
C
7a2
D
12a2

Slide 7 - Quizvraag

Gelijksoortige termen
Voor de som 3a + 4a zijn 3a en 4a de termen.  Ze hebben dezelfde letter. Dit noem je gelijksoortige termen.


Slide 8 - Tekstslide

Gelijksoortige termen
Voor de som 3a + 4a zijn 3a en 4a de termen.  Ze hebben dezelfde letter. Dit noem je gelijksoortige termen.



Welke sommen hebben nog meer gelijksoortige termen?
6x + 3x                                   5ab + 5ac

12c + 12b                                7xy + 2xy

4a + 5a                                   3h + 4h

Slide 9 - Tekstslide

Gelijksoortige termen
+                           = 

Slide 10 - Tekstslide

Gelijksoortige termen
+                           =

Slide 11 - Tekstslide

Gelijksoortige termen
+                           =
4a + 2p kan niet korter omdat ze geen gelijke termen hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden
3a + 5a = a + a + a + a + a + a + a + a = 8a
Je schrijft zulke herleidingen zonder tussenstap

2b + 4b =                                                   c + c =

8c + 6d =                                                    6a + 4 =

ab + 4ab =                                                   2a + 3a + 5a =




Slide 13 - Tekstslide

Herleid
13y + 2y

Slide 14 - Open vraag

Herleid
8ac + ac

Slide 15 - Open vraag

Herleid
15ab + 3b

Slide 16 - Open vraag

Huiswerk voor morgen
Maak opdracht 62 t/m 66

Slide 17 - Tekstslide