2A Mittwoch, den 16. Juni 2021

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Mittwoch, den 16. Juni 2021

• Willkommen
• Hausaufgaben gemacht?
• Lernziele
• Grammatik: Modalverben A + B
• Machen Aufgaben
• LessonUp: Grammatik üben
• Hausaufgaben
• Zum Schluss

Hausaufgaben gemacht?

Aufgaben 21, 22 en 23 → sollen, wollen, mögen en möchten

Wiederholung 8: Aufgaben 1 t/m 4 Seiten 160-161

Arbeitsblatt 3

Lernziele

• Je kunt de werkwoorden van modal in de tegenwoordige tijd gebruiken: können, dürfen, müssen en wissen.
• Je kunt de werkwoorden van modal in de tegenwoordige tijd gebruiken: sollen, wollen, mögen en möchten

Grammatik: Modalverben A+B

1. Klinkerwisseling: ich, du, er, sie, es en man   → dus bij enkelvoud
2. Geen uitgang: ich, er, sie, es en man → dus bij ik, hij, zij, het en men
3. Enkelvoud wissen → ss veranderd in ß 

Werkwoorden: sollen, wollen, mögen en möchten

• Bij sollen → geen klinkerwisseling!!!
• Vervoegen möchten??? Hoe gaat dit???

sollen=

• moeten (wil van een ander)

wollen=

• willen (heel sterk)

mögen=

• leuk vinden
  
• lusten
  
• aardig vinden

möchten=

• willen (wens)
• zou graag willen

Standaard vervoegen

i      stam      e

d    stam      st

e     stam     t

w    stam     en

i       stam    t

s     stam     en

Vervoegen van möchten

• i      möcht      e
  
• d    möcht      est
  
• e    möcht      et
  
• 
  
• w   möcht      en
  
• i     möcht      et
  
• s    möcht     en

Grammatik Aufgaben machen:

Aufgabe 24 Seite 82

→Welk werkwoord past in de zin → dan ik juiste vorm zetten!

Wiederholung 8: Aufgaben 5 und 6    Seiten 161-162

→Hulpmiddelen grammatica bladzijden 97+98

LessonUp: Grammatik üben

Pak je iPad!

Vanaf slide 11

Hausaufgaben: 

→Formatieve toets: Freitag, den 18. Juni 2021

Lernen Grammatik A: kunnen, mogen, moeten en weten  Seite 78/97 

1. Geen uitgang bij: ich, er, sie, es, man
   
2. Klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man → dus bij enkelvoud!
3. Enkelvoud wissen → ss veranderd in ß 

Aufgabe 24 Seite 82

→Welk werkwoord past in de zin → dan ik juiste vorm zetten!

Wiederholung 8: Aufgaben 5 und 6 Seiten 161-162

→Hulpmiddelen grammatica bladzijden 97+98

Mittwoch, den 23. Juni 2021: 

Lernen Grammatik B: sollen, wollen, mögen en möchten Seite 81/98

L Grammatik B: sollen, wollen, mögen en möchten Seiten 81/ 98

Machen: Wiederholung 8: Aufgaben 8 t/m 10 Seiten 162-163 afmaken Aufgaben 5 + 6 Seite 162

sollen= moeten → wil van een ander!

wollen = willen

mögen = leuk vinden, lusten

möchten = willen (wens), zou graag willen (beleefdheid)

Grammatik Kapitel 8 + 10

Kapitel 8: 

Modalverben: können, dürfen, müssen en wissen

Modale hulpwerkwoorden geven een speciale betekenis aan de zin! 

Bijvoorbeeld: 

Ik kan iets, jij mag iets, jullie moeten iets, wij weten iets, ik moet iets van een ander, u wilt iets, zij vindt iets leuk, hij lust iets en jullie wensen iets.

1. Geen uitgang bij: ich, er, sie, es, man
   
2. Klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man → dus bij enkelvoud!
   
3. Bij wissen → enkelvoud → ss veranderd in ß
4. Geen klinkerwisseling bij sollen
   
5. Vervoegen möchten is anders!!!!!!