1.2 Spanningen in de wereld

Spanningen in de wereld
paragraaf 1.2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Spanningen in de wereld
paragraaf 1.2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt een beschrijving geven van de machtsverhoudingen in Europa   rond 1900.
  • Je kunt een verband leggen tussen het nationalisme en de situatie op   de Balkan rond 1900.
  • Je kunt uitleggen waarom de Russisch-Japanse oorlog belangrijk was.
  • Je kunt uitleggen waarom er een systeem van bondgenootschappen in   Europa was.  

Slide 2 - Tekstslide

Even terugblikken... wat betekent
nationalisme?

Slide 3 - Open vraag

Even terugblikken... wat betekent
modern imperialisme?

Slide 4 - Open vraag

Europese grootmachten
Aan het einde van de 19e eeuw namen de spanningen toe tussen landen in heel Europa. 
Oorzaken:
  1. Opkomst nationalisme: mensen zijn trots op hun land, volk en cultuur
  2. Modern imperialisme: veroveren en gebruiken van kolonies
  3. Vereniging van Duitsland na de Frans-Duitse oorlog (1870-1871)
  4. Industrialisatie die zorgde voor een wapenwedloop: Duitsland wil ook een sterke vloot om koloniën te veroveren. Spanning GB-Dld

Slide 5 - Tekstslide

De Balkan
1 In Zuidoost-Europa (de Balkan) ontstond rond 1900
grote spanning door het nationalisme en de verzwakking
van het Ottomaanse Rijk. 

2 De verschillende volkeren, die tot het Ottomaanse Rijk
behoorden, wilden eigen staten. 

Oostenrijk-Hongarije wilde  van 1 en 2 gebruik van maken
en lijfde Bosnië toe aan hun staat. 
→ gevolg: Servië was woedend, omdat veel Serviërs in
     Bosnië woonden. Servië had als bondgenoot Rusland.
 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Rusland en Japan
Rusland was in deze periode ook in conflict
met Japan, vanwege Mantsjoerije, een
provincie in China die rijk was aan steenkool.
Rusland wilde ook haar invloed in Korea 
vergroten.
Japan had dezelfde belangen.
Japan was klein maar nam westerse technieken over, bouwde eigen industrie op  en moderniseerde haar leger. 

In 1904 viel Japan Rusland aan, Japan was klein maar veel sterker dan Rusland.
Voor het eerst in de geschiedenis had een Aziatisch land een westers land verslagen. 

Slide 8 - Tekstslide

Bondgenootschappen
Door alle spanningen, probeerden
landen zich voor te bereiden op een
eventuele oorlog. 
Dit deden ze aan de hand van
bondgenootschappen. 

Slide 9 - Tekstslide

Alle oorzaken zorgen voor een eplosieve situatie in Europa
Het wachten is op het aansteken van de lont...

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De Eerste Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de centralen.
Welk land hoorde bij welke kant?
Centralen
Geallieerden

Slide 12 - Sleepvraag