Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2h4 - di101023
1 / 54
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
54 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Qu'est-ce qu'on va faire?
Quiz
Herhalen grammatica
Leren voor toets
Les devoirs
But: voorbereiding repetitie hoofdstuk 1
Slide 2 - Tekstslide
Woordjes FN
Slide 3 - Tekstslide
la rentrée
Slide 4 - Open vraag
raconter
Slide 5 - Open vraag
le pays
Slide 6 - Open vraag
la liberté
Slide 7 - Open vraag
il fait beau
Slide 8 - Open vraag
le sac à dos
Slide 9 - Open vraag
arrêter
Slide 10 - Open vraag
d'abord
Slide 11 - Open vraag
en hiver
Slide 12 - Open vraag
pourquoi
Slide 13 - Open vraag
Woordjes NF
Slide 14 - Tekstslide
in/naar Duitsland
A
en Angleterre
B
en Autriche
C
en Allemagne
D
en Espagne
Slide 15 - Quizvraag
de zus
A
la soeur
B
le frère
C
le garçon
D
la fille
Slide 16 - Quizvraag
het is koud
A
il fait beau
B
il fait chaud
C
il fait mauvais
D
il fait froid
Slide 17 - Quizvraag
het station
A
la gare
B
le château
C
la semaine
D
la montagne
Slide 18 - Quizvraag
te veel
A
d'abord
B
voir
C
trop
D
ici
Slide 19 - Quizvraag
in de lente
A
au printemps
B
en été
C
en automne
D
en hiver
Slide 20 - Quizvraag
daar
A
ici
B
là-bas
C
pourquoi
D
d'abord
Slide 21 - Quizvraag
Zinnen N/F
Slide 22 - Tekstslide
Heb je een leuke vakantie gehad? = Tu as passé de ... vacances?
Slide 23 - Open vraag
Met wie? = Avec ...
Slide 24 - Open vraag
Het was 28 graden. = Il a fait 28 ...
Slide 25 - Open vraag
Hebben jullie gekampeerd? = Vous avez ... ... ...?
Slide 26 - Open vraag
Wat heb je deze zomer gedaan? ... tu as fait cet été?
Slide 27 - Open vraag
Grammaire: goed/fout
Slide 28 - Tekstslide
Nous avons parlé français
A
goed
B
fout
Slide 29 - Quizvraag
Tu es parlé français?
A
goed
B
fout
Slide 30 - Quizvraag
Verbeter het foute woord: tu es parlé français?
Slide 31 - Open vraag
Elles sont parlé allemand
A
goed
B
fout
Slide 32 - Quizvraag
Verbeter het foute woord: elles sont parlé allemand
Slide 33 - Open vraag
ik heb gemaakt: j'ai fairé
A
goed
B
fout
Slide 34 - Quizvraag
Verbeter het foute woord: ik heb gemaakt: j'ai fairé
Slide 35 - Open vraag
Voltooid deelwoord van 'avoir'
Slide 36 - Open vraag
Voltooid deelwoord van 'être'
Slide 37 - Open vraag
Voltooid deelwoord van 'faire'
Slide 38 - Open vraag
Ons huis is groot: notre maison est grande
A
goed
B
fout
Slide 39 - Quizvraag
Onze familie is ook groot: Nos famille est aussi grande
A
goed
B
fout
Slide 40 - Quizvraag
Verbeter het foute woord: Nos famille est aussi grande
Slide 41 - Open vraag
Mijn broer woont in Spanje: Mon frère habite en Espagne
A
goed
B
fout
Slide 42 - Quizvraag
Jullie broers wonen in Spanje en Frankrijk: Vos frères habitent en Espagne et en France.
A
goed
B
fout
Slide 43 - Quizvraag
Haar vriend is aardig = Sa copain est gentil
A
goed
B
fout
Slide 44 - Quizvraag
Verbeter de fout: sa copain est gentil
Slide 45 - Open vraag
Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
C'est
mon
père
C'est
ma
mère
Ce sont
mes
parents
In het Nederlands kijk je alleen naar van wie iets is
In het Frans kijk je ook naar het geslacht van het woord erachter (mnl, vrl, mv)
Slide 46 - Tekstslide
Enkelvoudsvormen
mijn
jouw
zijn/haar
mannelijk
mon
ton
son
vrouwelijk
ma
ta
sa
meervoud
mes
tes
ses
Slide 47 - Tekstslide
Enkelvoudsvormen
Attention!
C'est ma amie c'est ma amie c'est
mon
amie
Bij stomme h/klinker en vrouwelijk woord, altijd de mannelijke vorm
Slide 48 - Tekstslide
Enkelvoudsvormen
Attention!
C'est son copain het is
zijn
vriend
het is
haar
vriend
Son/sa/ses kan zowel
zijn
als
haar
betekenen.
Goed kijken naar de rest van de zin!
Slide 49 - Tekstslide
Meervoudsvormen
enkelvoud
meervoud
ons/onze
notre
nos
uw/jullie
votre
vos
hun
leur
leurs
Slide 50 - Tekstslide
Grammaire: passé composé
Présent
: speelt zich af in het
heden
Ik
dans
elke vrijdag met vriendinnen.
Passé composé:
speelt zich af in het
verleden
Ik
heb
elke vrijdag met vriendinnen
gedanst
.
Slide 51 - Tekstslide
Regelmatig - présent
1. Hele werkwoord -er
2. Je houdt de stam over
3. -e / -es / -e / -ons / -ez / -ent
Je dans
e
Tu dans
es
Il/elle/on dans
e
Nous dans
ons
Vous dans
ez
Ils/elles dans
ent
Regelmatig - passé composé
1. Onderwerp (je/tu/...)
2. Hulpwerkwoord (vorm van avoir)
3. Voltooid deelwoord (hele ww -er +é)
J'ai dansé
Tu as dansé
Il/elle/on a dansé
Nous avons dansé
Vous avez dansé
Ils/elles ont dansé
Slide 52 - Tekstslide
Onregelmatig
De volgende werkwoorden hebben een 'eigen' voltooid deelwoord
avoir - eu
j'ai eu un cadeau pour ma mère
être - été
on a été en France
faire - fait
tu as fait les devoirs?
timer
10:00
Slide 53 - Tekstslide
Les devoirs
Mardi 10 octobre
Apprendre: voorbereiden rep hf 1
Faire: -
Slide 54 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2h4 - vr061023
Oktober 2023
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Le passé composé avec avoir
September 2021
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Passé composé met avoir of être
15 dagen geleden
- Les met
34 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Chapitre 1, voca + grammaire
September 2023
- Les met
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2h - vr270924
September 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
passé composév2
September 2023
- Les met
45 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Klas 2 chapitre 1 paragraaf D (PC)
September 2023
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2h4 - di050923
Juli 2024
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4