1.4 - possessive 's and of

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Possessive 's / s' / ... of ...
Gebruik: om bezit aan te geven.
's 
- Bij mensen & dieren in enkelvoud
- Meervoudsvormen die niet eindigen op een 's'. 

- Je gebruikt 's ook als een naam eindigt op een s.
The monkey's tail 
James's outfit 
The children's toys. 
The dog's name is Pluto.
s'
- bij mensen & dieren in het meervoud
als die eindigen op een s
My sisters'  room.
Those dogs' names.
...of...
- dingen
- plaatsen   (geografische locaties)
- landen
The back of the car.
The city of Dublin.
The government of Australia.

Slide 4 - Tekstslide

Possessive 's / s' / ... of ...
Gebruik: om bezit aan te geven.
's 
uitdrukkingen van tijd (enkelvoud)
an hour's walk.
a week's holiday
s'
uitdrukkingen van tijd (meevoud)
a two weeks'  holiday
a three years'  contract

Slide 5 - Tekstslide

Use possessive 's/'/of:
The neighbours garden

Slide 6 - Open vraag

Make possessive 's:
Lisa - pen

Slide 7 - Open vraag

Make possessive 's:
my sister bikes

Slide 8 - Open vraag

Make possessive 's:
the children - toys

Slide 9 - Open vraag

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

________ (England - capital).
A
England's capital
B
England' capital
C
The capital of England

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

________ (Charles – CD player) is new.
A
Charles’s CD player
B
Charles’ CD player
C
The CD player of Charles

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

This is the ________ (boy – bike)
A
boy’s bike
B
boy’ bike
C
bike of the boy

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

Let’s go to your ________ (friends – house)!
A
friends’s house
B
friends’ house
C
house of your friends

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

This is ________ (Peter – book).
A
Peter’s
B
Peter’
C
the book of Peter

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

These are the ________ (boys – pencils).
A
boys’s pencils
B
boys’ pencils
C
pencils of the boys

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

The ________ (children – room) is upstairs.
A
children’s room
B
children’ room
C
room of the children

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

My ________ (parents – car) was not expensive.
A
parents’s car
B
parents’ car
C
car of my parents

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

________ (John – sister) is twelve years old.
A
John’s sister
B
John’ sister
C
sister of John

Slide 18 - Quizvraag