thema 3 woordenschat

Welke woorden hoorden bij het woord:
de stemming
1 / 5
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 5 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welke woorden hoorden bij het woord:
de stemming

Slide 1 - Open vraag

denk aan uitstapjes:
Waar denk je dan aan bij de woorden benauwd en opgelucht

Slide 2 - Open vraag

Ze gaat naar een doolhof met spiegels,
Daar kun je niet makkelijk de weg vinden het.........................................
Ze wil van richting veranderen, ze wil...
Ze is ..........................................keren verkeerd gelopen.
Ze weet de weg niet meer, ze is .........................................verdwaald.
afslaan
inmiddels
diverse
valt vies tegen
spiegelpaleis

Slide 3 - Sleepvraag

Maak een zin met het woord:
uitgelaten

Slide 4 - Open vraag

Maak een zin met het woord: benauwd

Slide 5 - Open vraag