Les 2 - Basiskennis scheikunde

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning periode 1
  • waar sta je nu?
  • 2 wekelijkse check
  • kriskras door 4H en 5H boek
  • veel oefenen met CE opgaves
  • grote zelfstandigheid
  • ALTIJD je BINAS bij je!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog uit 3 HAVO?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen - kennen
  1. Jij kent het onderscheid tussen een verbinding en een element

  2. Jij kent het onderscheid tussen zuivere stof en een mengsel, kunt deze op microniveau beschrijven en weet hoe we experimenteel kunnen bepalen welke van de 2 het is (kookpunt/traject en smeltpunt/traject)
  3. Jij kent de verschillende scheidingsmethodes (filtreren, bezinken en afschenken, centrifugeren, indampen, destilleren, adsorberen, chromatografie en extraheren), weet waarop deze scheidingsmethodes zijn gebaseerd en kunt een voor een bepaalde situatie de geschikte methode kiezen
  4. Jij kent de begrippen oplosmiddel, reagens, residu, filtraat, destilaat en loopfront en kunt deze in de juiste context gebruiken
  5. Jij kent de bij een reactie mogelijke energie-effecten en de invloed hiervan op omgevingstemperatuur
  6. Jij kent het begrip activeringsenergie en kunt dit toepassen
  7. Jij kunt een eenvoudig energiediagram opstellen en aflezen
  8. Jij kunt de basiseenheden van het SI opzoeken in BINAS
  9. Jij kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met Rf-waarde en retentietijd en kunt Rf-waardes zelf berekenen
  10. Jij kent de volgende begrippen en kunt deze in de juiste context gebruiken: aggregatietoestand / fase, toestandsaanduidingen (s), (l), (g) en (aq), index en coëfficiënt
  11. Jij kunt het symbool gebruiken van de volgende niet-metalen als de naam gegeven is en omgekeerd: argon, broom, chloor, fluor, fosfor, helium, jood, koolstof, neon, silicium, stikstof, waterstof, zuurstof, zwavel.
  12. Jij kunt het symbool gebruiken van de volgende metalen als de naam gegeven is en omgekeerd: aluminium, barium, cadmium, calcium, chroom, goud, ijzer, kalium, kobalt, koper, kwik, lithium, lood, mangaan, magnesium, natrium, nikkel, platina, tin, uraan, zilver, zink.
  13. Jij kunt de (molecuul)formules gebruiken van de volgende stoffen als de naam gegeven is en omgekeerd: ammoniak, azijnzuur, fosforzuur, glucose, salpeterzuur, water, waterstofperoxide, zwavelzuur
  14. Jij kunt het verschil tussen ontleedbare en niet-ontleedbare stoffen beschrijven op microniveau.
  15. Jij kunt de volgende 3 ontledingsreacties herkennen: elektrolyse, fotolyse en thermolyse
  16. Jij kunt bij berekeningen met massa, volume en hoeveelheid gebruik maken van percentage (%), ppm en ppb.

Slide 4 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
      Leerdoelen - kennen
  • Jij kent de begrippen oplosmiddel, reagens, residu, filtraat, destilaat en loopfront en kunt deze in de juiste context gebruiken
  • Jij kent de bij een reactie mogelijke energie-effecten en de invloed hiervan op omgevingstemperatuur
  • Jij kent het begrip activeringsenergie en kunt dit toepassen
  • Jij kent de volgende begrippen en kunt deze in de juiste context gebruiken: aggregatietoestand / fase, toestandsaanduidingen (s), (l), (g) en (aq), index en coëfficiënt

Slide 5 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
      Leerdoelen - kunnen
  • Jij kunt een reactievergelijking opstellen door met coëfficienten rekening te houden met de elementenbalans van processen waarbij beginstoffen en reactieproducten zijn gegeven 
  • Jij kunt van een (on) volledige verbranding van koolwaterstoffen een kloppende (reactie)vergelijking opstellen 
  • Jij kunt bij redeneringen over mengsels de volgende begrippen gebruiken: emulsie, emulgator, legering, (on)verzadigde oplossing en suspensie. 
  • Jij kunt een eenvoudig energiediagram opstellen en aflezen 
  • Jij kunt de basiseenheden van het SI opzoeken in BINAS 

Slide 6 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
      Leerdoelen - kunnen
  • Jij kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met Rf-waarde en retentietijd en kunt Rf-waardes zelf berekenen
  • Jij kunt het symbool gebruiken van de volgende niet-metalen als de naam gegeven is en omgekeerd: argon, broom, chloor, fluor, fosfor, helium, jood, koolstof, neon, silicium, stikstof, waterstof, zuurstof, zwavel.
  • Jij kunt het symbool gebruiken van de volgende metalen als de naam gegeven is en omgekeerd: aluminium, barium, cadmium, calcium, chroom, goud, ijzer, kalium, kobalt, koper, kwik, lithium, lood, mangaan, magnesium, natrium, nikkel, platina, tin, uraan, zilver, zink.

Slide 7 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
      Leerdoelen - kunnen
  • Jij kunt de (molecuul)formules gebruiken van de volgende stoffen als de naam gegeven is en omgekeerd: ammoniak, azijnzuur, fosforzuur, glucose, salpeterzuur, water, waterstofperoxide, zwavelzuur
  • Jij kunt het verschil tussen ontleedbare en niet-ontleedbare stoffen beschrijven op microniveau.
  • Jij kunt de volgende 3 ontledingsreacties herkennen: elektrolyse, fotolyse en thermolyse
  • Jij kunt bij berekeningen met massa, volume en hoeveelheid gebruik maken van percentage (%), ppm en ppb.

Slide 8 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Wat weet je nog?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik-opdracht

Slide 10 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Sleep de juiste naam, bij de juiste scheidingsmethode.
Adsorberen
Centrifugeren
Extraheren
Filtreren
Destilleren
Indampen

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Maak de volgende reactievergelijking kloppend door de coëfficiënten naar de juiste plaats te slepen.



.. Fe (s)+ .. O(g) → ... Fe2O(s)
1
2
3
4
5

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

24 karaat goud = 100% goud
bereken hoeveel procent goud er zit in 22 karaat

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet het Bohrmodel van het Fluor-atoom met atoommassa 19 eruit?
9 p
10 n
2 e
7 e
0 e
9 e
19 p
10 p
9 n
19 n

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 15 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Instructie
Schrijf mee in je schrift

Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Voorbeelden
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Concrete voorbeelden
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 17 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Aan de slag
Checklist:
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Afwisseling in oefentypes (herkneden van de lesstof)
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik--wij-jij/jullie-wij)
  • Het leren zichtbaar maken (zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode )
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel.

Slide 18 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 19 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Afsluiting
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 20 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen uit deze les
  • ...
  • ...
  •  ...

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een fel oranje gekleurde vloeistof met suiker.
Maak een stappenplan om deze 3 stoffen van elkaar te scheiden met de scheidingsmethoden die je kent.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies