Spaghetti

Hoe is het met je?
😒🙁😐🙂😃
1 / 42
volgende
Slide 1: Poll
KokenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe is het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Spaghetti?

Slide 2 - Woordweb

Spaghetti

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb thuis of op school wel al eens spaghetti gekookt.
Ja, thuis
Ja, op school
Ja, thuis en op school
Nee

Slide 4 - Poll

Zoek een recept voor spaghetti bolognaise.

Hoe doe je dat?

Slide 5 - Tekstslide

Zet dit recept om naar 8/10/12 personen. Maak een boodschappenlijst

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Waar zie je de paprika staan?


paprika
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Is dit een boodschappenlijst?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Wat is dit?
A
knoflook
B
bloemkool
C
peterselie

Slide 10 - Quizvraag

Welke groente is dit?
A
een paprika
B
een tomaat
C
een courgette
D
een komkommer

Slide 11 - Quizvraag


A
uien
B
champignons

Slide 12 - Quizvraag


Welke kleur hebben wortels?
A
wit
B
oranje
C
geel
D
roos

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn dit?
A
champignons
B
champinons
C
shrampis
D
shampignons

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een courgette?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag


A
de paprika
B
de peper

Slide 16 - Quizvraag

Wat is dit?
A
een courgette
B
een bloemkool
C
een boon
D
een witte kool

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet deze groente?
A
knoflook
B
ui
C
peper
D
wortel

Slide 18 - Quizvraag


Waar zie je een boodschappenlijstje?
A
B
C
D

Slide 19 - Quizvraag

Wat is dit?
A
Mais
B
Wortel
C
Aardappel
D
Tomaat

Slide 20 - Quizvraag


A
Wortel
B
Pompoen
C
Aardappel
D
Courgette

Slide 21 - Quizvraag

het of de

wortels
A
de
B
het

Slide 22 - Quizvraag

Wat is dit?
Vergeet het lidwoord niet (de / het)

Slide 23 - Open vraag

Wat is dit?
Vergeet het lidwoord niet (de / het)

Slide 24 - Open vraag

Wat is dit?
Vergeet het lidwoord niet (de / het)
meervoud

Slide 25 - Open vraag

Wat is dit?
Vergeet het lidwoord niet (de / het)

Slide 26 - Open vraag

Goed of fout?
Hij snijdt de wortel.
A
goed
B
fout

Slide 27 - Quizvraag

Hij ........ een boodschappenlijst.
A
maak
B
maakt
C
maken

Slide 28 - Quizvraag

Wij ... naar de supermarkt
A
ga
B
gaat
C
gaat
D
gaan

Slide 29 - Quizvraag

Maak een goede zin.
De leerling
neemt 
de bus
.

Slide 30 - Sleepvraag

Maak een zin.
boek
lees
ik
het

Slide 31 - Sleepvraag

mijn opa
maken
soep
wil
Zet de zin in de goede volgorde

Slide 32 - Sleepvraag

Hoe heet dit rode doekje?
A
Theedoek
B
Vaatdoek
C
Dweil
D
Handdoek

Slide 33 - Quizvraag

Voor ik ga koken moet ik:
A
Mij handen wassen
B
Mijn handen wassen

Slide 34 - Quizvraag

Wat voor doek is dit?
A
Vaatdoek
B
Handdoek
C
Dweil

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de zeef?
A
B
C
D

Slide 36 - Quizvraag

Klik het plaatje met de pan aan
A
B
C
D

Slide 37 - Quizvraag

Wat neem je om te wegen?
A
B
C
D

Slide 38 - Quizvraag

Wat staat er op de weegschaal?
A
170 kilo
B
170 liter
C
170 gram
D
170 milliliter

Slide 39 - Quizvraag

Wat is dit?
A
Beker
B
Vaas
C
Kopje
D
Glas

Slide 40 - Quizvraag

Ork ork ork soep eet je met een.....
A
B
C
D

Slide 41 - Quizvraag

EINDE LES: woordzoeker

Slide 42 - Tekstslide