In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Mensenrechten gelden voor iedereen, altijd en overal. Wat bedoelen we precies met een recht?
A
Een recht is als een wet, als je het recht overtreedt
word je gestraft.
B
Een recht is als een spelregel, het zorgt ervoor
dat er eerlijke afspraken zijn.
C
Een recht is een soort straf. Als je iets gedaan hebt
wat niet mag, krijg je dit recht.
Slide 12 - Quizvraag
Recht of plicht?
Naast rechten heb je ook plichten. Rechten zijn er om je
te beschermen, plichten vertellen waar we ons aan moeten
houden, om anderen te beschermen.
Geef in de volgende stellingen aan of het om een recht of een plicht gaat.
Slide 13 - Tekstslide
Denzel wil na school liever eerst zijn aardrijkskundetoets leren voordat hij met zijn vrienden gaat skaten. Denzel mag dit WEL / NIET doen, want spelen is een RECHT / PLICHT
A
WEL / RECHT
B
WEL / PLICHT
C
NIET / RECHT
D
NIET / PLICHT
Slide 14 - Quizvraag
Femke is 10 jaar. Ze houdt heel erg van voetbal en wil graag een half jaar stoppen met school om goed te kunnen oefenen. Dit mag WEL / NIET , want naar school gaan is in Nederland een RECHT / PLICHT.
A
WEL / RECHT
B
WEL / PLICHT
C
NIET / RECHT
D
NIET / PLICHT
Slide 15 - Quizvraag
Moira woont bij haar vader. Omdat haar moeder verder weg woont, vindt ze het fijn om alleen in het weekend naar haar toe te gaan. Dit mag WEL / NIET , Moira heeft het RECHT / DE PLICHT hierover mee te beslissen.
A
WEL / RECHT
B
WEL / PLICHT
C
NIET / RECHT
D
NIET / PLICHT
Slide 16 - Quizvraag
Abdul is 8 jaar. Door een ongeluk moet hij aan zijn knie worden geopereerd. Hij wil dit liever niet want hij is bang voor naalden. Ouders hebben het RECHT / de PLICHT om dit samen met Abdul te beslissen.
A
RECHT
B
PLICHT
Slide 17 - Quizvraag
Er zijn ook speciale kinderrechten.
Mensenrechten gelden voor iedereen, maar kinderrechten zijn bedacht omdat kinderen extra bescherming nodig hebben.
Op de volgende dia staat een tabel: Geef aan welk van de aangegeven rechten zijn mensenrechten en welke zijn specifiek kinderrechten? (Let op! Ze kunnen ook allebei goed zijn.)
Slide 18 - Sleepvraag
X
X
X
X
X
X
X
X
Slide 19 - Sleepvraag
Amnesty International
Bij Amnesty International werken mensen die er samen voor
willen zorgen dat mensenrechten en kinderrechten worden
nageleefd. Welke van de volgende situaties zijn juist?
Slide 20 - Tekstslide
In een aantal landen krijgen mensen nog steeds de doodstraf. Amnesty praat met regeringen van deze landen om ze te vragen de doodstraf af te schaffen.
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quizvraag
In een dorp in Ethiopië is het al lange tijd erg droog. Amnesty gaat erheen om een waterput aan te leggen.I
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Na een grote aardbeving in Indonesië opent Amnesty een Giro 555-actie om geld op te halen voor de slachtoffers.
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quizvraag
In Tanzania strijdt Gilbert al jarenlang tegen discriminatie van mensen met albinisme. Amnesty ondersteunt hem in zijn werkzaamheden en brengt de acties van Gilbert in het nieuws.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quizvraag
In de Verenigde Staten zat Albert Woodfox al jarenlang in een isoleercel nadat hij zonder bewijs is veroordeeld voor moord. Amnesty voerde actie voor zijn vrijlating.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quizvraag
In Bangladesh is een grote overstroming als gevolg van hevige regenval. Gelukkig is Amnesty er op tijd bij met noodhulp zoals tenten en voedsel.
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Na de tweede wereldoorlog werd de universele verklaring van de rechten van de mens opgericht, dit was in 1948 / 1917 .
A
1917
B
1948
Slide 27 - Quizvraag
Amnesty werd 15 jaar later opgericht. Hun slogan is dan ook: ‘fighting bad guys since 1961 / 1981 .
A
1961
B
1981
Slide 28 - Quizvraag
Amnesty strijdt voor mensenrechten, behalve / ook voor mensen die hun land hebben verlaten.
A
behalve
B
ook
Slide 29 - Quizvraag
Zij hebben juist / geen recht op bescherming.
A
juist
B
geen
Slide 30 - Quizvraag
Ook is het zo dat als je iets hebt gedaan wat niet mag Amnesty erop toeziet dat je genoeg straf krijgt / eerlijk behandeld wordt .
A
genoeg straf krijgt
B
eerlijk behandeld wordt
Slide 31 - Quizvraag
Om dit werk te kunnen blijven doen krijgt Amnesty vooral geld van donateurs / regeringen