1B verwijswoorden 5.3 lezen

Goede morgen allemaal!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Goede morgen allemaal!

Slide 1 - Tekstslide

Hoe was de eerste week terug op school?
A
Fijn, ik was gelijk gewend!
B
Een beetje raar, korte lessen...
C
Veel te weinig les op school.
D
Ik was liever thuis gebleven.

Slide 2 - Quizvraag

deze week hoop ik....

Slide 3 - Woordweb

Lesdoelen van vandaag:
  • je weet het verschil nog tussen meningen en feiten
  • je leert wat een verwijswoord is
  • je weet hoe je een verwijswoord gebruikt
  • je herkent waar een verwijswoord naar verwijst
  • je weet hoe je thuis verder kunt werken

Slide 4 - Tekstslide

even terugkijken

Slide 5 - Tekstslide

Een feit is
A
iets dat je kunt controleren
B
iets persoonlijks
C
een mening
D
dat wat ik vind

Slide 6 - Quizvraag

Een mening herken je ....
A
door te controleren of iets waar is
B
als iedereen het met je eens is
C
vaak aan het woord vind
D
aan iemands gezicht

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Een verwijswoord....
Verwijst naar één of meer woorden uit de tekst
Zorgt voor afwisseling in de tekst
Kun je vaak vervangen door een naam, plaats of ding

Slide 10 - Tekstslide

Mevrouw Zoethout en meneer Hekkema fietsen naar school
Mevrouw Zoethout en meneer Hekkema fietsen naar school.

Mevrouw Zoethout en meneer Hekkema zijn moe als ze op school aankomen.

Zij zijn moe als ze op school aankomen.

Zij zijn moe als ze daar aankomen.

Slide 11 - Tekstslide

Ellen en Simon hebben trek, ze kopen een grote zak chips bij de Albert Heijn.
A
Het verwijswoord is ze
B
Het verwijswoord is chips
C
Het verwijswoord is een
D
Het verwijswoord is grote

Slide 12 - Quizvraag

Als de zak leeg is gooien ze hem weg.
A
ze verwijst naar weggooien
B
hem verwijst naar de zak
C
leeg verwijst naar weggooien
D
weg verwijst naar gooien

Slide 13 - Quizvraag

Simon en Ellen zijn tevreden, Simon en Ellen hebben hun buik weer vol.
A
Simon en Ellen kun je vervangen door chips
B
Simon en Ellen kun je niet vervangen
C
Simon en Ellen hadden beter een boterham kunnen eten
D
Simon en Ellen kun je vervangen door ze

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de verwijswoorden?
August, de hoofdpersoon in het boek Wonder, is geboren met een ernstige gezichtsafwijking. Hij staat op het punt naar een nieuwe school te gaan. Dat vindt hij doodeng. Het wordt nog erger dan hij dacht, maar er is één meisje dat zich niet laat afschrikken. Zij besluit hem te steunen. 

Slide 15 - Tekstslide

Welke vraag stel je?
  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag:
  • je weet het verschil nog tussen meningen en feiten
  • je leert wat een verwijswoord is
  • je weet hoe je een verwijswoord gebruikt
  • je herkent waar een verwijswoord naar verwijst
  • je weet hoe je thuis verder kunt werken

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vragen???

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide