Debatteren

WELKOM ISK 2
- Lezen
- Presentatie
- Debatteren (Ballondebat)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM ISK 2
- Lezen
- Presentatie
- Debatteren (Ballondebat)

Slide 1 - Tekstslide

In deze les

  • Debatteren, hoe gaat dat?
  • Hoe houd je een goed debat?
  • Wat zijn goede argumenten?
  • Tips en trucs
  • Oefening
  • Debatteren

Slide 2 - Tekstslide

Debatteren, hoe gaat dat?
Een debat is een gesprek over een 
onderwerp waarover de deelnemers 
het oneens zijn. 

Tijdens een debat wordt het eigen 
standpunt verdedigd met als doel 
een derde partij te overtuigen.

Slide 3 - Tekstslide

Debatteren, hoe gaat dat?
Debatteren  gebeurt ook veel in de Tweede Kamer .  Hier wordt vooral gedebatteerd over beleidskwesties. 


Slide 4 - Tekstslide

Wat is het doel van een debat?
A
mensen overtuigen
B
plezier hebben
C
winnen
D
mensen informeren

Slide 5 - Quizvraag

AUB - methode

Stelling:             Mensen moeten minder papier gebruiken.

                               Argument

                               Uitleg             

                               Bijvoorbeeld
                           

Slide 6 - Tekstslide

Argument
Uitleg
Bijvoorbeeld
Als frisdrank duurder wordt en water niet, dan kiezen mensen eerder voor water.
Op dit moment is namelijk de helft van de volwassen mensen te zwaar.
Want dat is beter voor de gezondheid.

Slide 7 - Sleepvraag

OEFENEN: SALESMAN
Probeer een simpel voorwerp  (bijv. beker, post-it's, pen, schooltas enz.) zo overtuigend mogelijk te verkopen in 1 minuut.

  • Maak gebruik van de  tips en trucs
  • 5 minuten voorbereiding 
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Groepjes van 4
Twee personen debatteren - twee personen jury
Kies een winnaar
Nog een ronde op dezelfde manier

De winnaars debatteren tegen elkaar. 

Winnaar van ieder groepje debatteert tegen de andere winnaars/
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Ik koop het voorwerp van...

Slide 10 - Open vraag

Opdracht
- Bedenk voor- en tegenargumenten op de volgende stellingen: Sociale media hebben een slechte invloed op jongeren
- Eind van deze les debatteren!

Slide 11 - Tekstslide

Rollen bij een debat
- De Voorzitter
- De Debaters
- De Jury
- Het Publiek

Slide 12 - Tekstslide

De voorzitter
  • hij geeft de debaters steeds het woord;
  • hij bewaakt dat de debaters evenveel beurten en kansen krijgen;
  • hij houdt de spreektijden in de gaten;
  • hij ziet er op toe dat de debaters zich aan de stelling houden en niet teveel uitweiden;
  • hij ziet toe op de debatdiscipline en grijpt waar nodig in (steeds één debater aan het woord!);
  • hij speelt soms advocaat van de duivel en vraagt debaters om toelichting als zaken niet helder zijn;
  • hij stimuleert dat debaters respectvol met elkaar omgaan;
  • hij sluit het debat af. 

Slide 13 - Tekstslide

De debaters
  • het luisteren naar de stelling
  • brainstormen over zoveel mogelijk argumenten;
  • het ordenen op voor- en tegenargumenten;
  • reacties op deze voor- en tegenargumenten bedenken;
  • het ordenen van de argumenten op rangorde en volgorde;
  • het verdelen van de argumenten over de debaters
  • nadenken over het gebruik van lichaamstaal

Slide 14 - Tekstslide

De jury
  • Luistert naar de voor- en tegenargumenten
  • Schrijft op welke voor- of tegenargumenten sterk waren
  • De jury wijst de winnaar van het debat aan
  • Zij is onpartijdig

Slide 15 - Tekstslide

Het publiek
Het publiek is aandachtig luisteraar. 

Kan applaudisseren als een argument echt heel erg sterk is.
 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Een goede stelling
Is nooit een vraag

Bevat geen dubbel ontkenning (niet, nooit, geen)

Is duidelijk

Slide 18 - Tekstslide

Bedenk een stelling bij social media

Slide 19 - Open vraag

Oefenen met het ballondebat
 Je zit met z’n vijven in een luchtballon
die op het punt staat neer te storten. Alle spullen die
gemist kunnen worden zijn al over boord gegooid:
tassen, drinken, eten etc., maar dit is niet voldoende.
Er zit niets anders op, vier ballonvaarders zullen uit
de ballon moeten springen. Eén iemand kan dus
maar in de ballon blijven en overleven. Maar wie? 

Slide 20 - Tekstslide

Ronde 1
Bedenk een persoon die jij gaat verdedigen.
Bedenk in vijf minuten argumenten waarom deze persoon moet blijven.
Je krijgt 1 minuut om jezelf te verdedigen.

Vijf personen in een ballon
Vijf personen zijn jury
De rest van de klas is publiek.

Slide 21 - Tekstslide

Ronde 2
De overgebleven personen zitten samen in een ballon.

Nu is het tijd om er echt iemand uit te gooien, anders stort de ballon echt neer.

De winnaars krijgen een minuut om te vertellen waarom de andere personen eruit moeten.

Slide 22 - Tekstslide

Wie moet eruit?

Slide 23 - Open vraag

Debat
Sociale media hebben een slechte invloed op jongeren

Slide 24 - Tekstslide