In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
- werkwoorden = doe-woorden
- zegt wat iets of iemand doet
Woorden voor:
mensen
dieren
planten/natuurverschijnselen
dingen/gevoel
(eigen) namen
aardrijkskundige namen / plaatsnamen
- bij een zelfstandig naamwoord kun je vaak een lidwoord ervoor zetten.
(de klas, een boek, het paard)
(Nederland, Piet, wolken, gras)
Er zijn drie lidwoorden:
- de
- het
- een
- vertelt meer over een zelfstandig naamwoord
- het spannende boek
VOORZETSEL