Het conflict in de christeliike wereld over de vraag of de wereldlijke of de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Tijdvak 4
Het conflict in de christeliike wereld over de vraag of de wereldlijke of de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
Stukje herhaling
Je weet wat de investituurstrijd inhield
Je weet welke gevolgen dit had voor:
De kruistochten
De positie van de vorst
De positie van de paus
Je gaat zelfstandig aan de slag met een opdracht over dit onderwerp
Slide 2 - Tekstslide
Feodalisme
Hofstelsel
Lijfeigene
Leenmannen
Verzorgen rechtspraak
Vazal
Slide 3 - Sleepvraag
Achterleenman
Landheer
Leenheer
Horigen
Hofstelsel
Leenstelsel
Slide 4 - Sleepvraag
Leenstelsel
Domeinstelsel (hofstelsel)
economisch systeem
Politiek systeem
Slide 5 - Sleepvraag
Kenmerkende Aspecten
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam
Hst 3 - De vroege middeleeuwen
Hst 4 - De late middeleeuwen
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten
Het begin van staatsvorming en centralisatie
Slide 6 - Sleepvraag
Wat was de status van het christendom onder Karel de Grote?
Staatsgodsdienst
Paus kroonde Karel tot keizer in 800
Dit zorgde m.n. in de 11e eeuw voor een conflict over de vraag:
Wie heeft nu eigenlijk het allerhoogste gezag?
Slide 7 - Tekstslide
Wie had het allerhoogste gezag?
A
De paus, want hij kroonde immers de keizer
B
De keizer, want hij had de hoogste wereldlijke macht
C
Dit was niet altijd duidelijk, vandaar een conflict!
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Nu aan het werk
Ga naar de Classroom en maak de opdrachten op het opdrachtenblad.
Daarna lever je het in via de Classroom. De deadline staat op vandaag. Niet ingeleverd = absent tijdens de les.
Je hebt 20-25 minuten. Daarna gezamenlijke afsluiting.
Ben je eerder klaar? Bekijk dan het filmpje.
Maandag: Kruistochten
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de investituurstrijd?
A
de strijd tussen de horige boer en de heer
B
de strijd om de meeste macht tussen leenmannen
C
de strijd tussen de vorst en de kerk over bisschoppen
D
dit is niet het goede antwoord
Slide 16 - Quizvraag
Hoe werd de Investituurstrijd uiteindelijk beslist?
A
De paus mag als enige bisschoppen benoemen, de vorsten mogen als enige het land besturen
B
De paus mag als enige bisschoppen benoemen en mag bovendien ook rechtspreken over het land
C
Zowel de paus als de vorsten mogen bisschoppen benoemen, de vorsten mogen als enige het land besturen.
D
De vorsten mogen als enige bisschoppen benoemen en zij mogen bovendien ook het land bestuuren.
Slide 17 - Quizvraag
Wat was de inzet van de investituurstrijd?
A
De vraag wie er de macht had over het Duitse Rijk
B
De vraag wie zich pontifex maximus mocht noemen
C
De vraag wie er bisschoppen mocht benoemen
D
De vraag wie de hoogste macht had binnen de kerk
Slide 18 - Quizvraag
Tijdens het Concordaat van Worms werd de Investituurstrijd tijdelijk gestaakt. Welk jaar?