3. H3/A3 Abstractie

H3 A3 Abstractie: les 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3 A3 Abstractie: les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De leerling kan: 
- De geleerde begrippen uitleggen en toepassen in een eigen beeldend werk. 
- Door drie verschillende benaderingswijzen een (semi)-abstract kunstwerk maken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Laat de volgende afbeeldingen zien ter oriëntatie: kennen leerlingen deze werken al? 

Licht er één of twee uit en analyseer de beelden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historie
Aan het einde van de 19e eeuw beginnen verschillende kunstenaars vanuit verschillende benaderingswijzen naar te werken naar abstractie. 
Maar wat is abstractie?
"Verwijst naar een concept of idee dat geen verband houdt met een specifiek gegeven[...]"
In de kunsten betekent dit dat de kunst geen (duidelijke) band heeft met figuratie (herkenbare beelden).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stilering en wisselend perspectief
De omgeving die Cézanne voor zich had zal er niet zo uit hebben gezien. Cézanne bedacht tijdens zijn carrière dat je een berg veel beter weer kan geven, als je meerdere perspectieven laat zien. Zo ervaar je de berg meer, maar laat je de realiteit los. Een schilderij wordt steeds minder een fotorealistische weergave.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is abstractie ontstaan?
Abstractie is natuurlijk niet zomaar ontstaan. 
Het begon allemaal bij Cézanne, een post-impressionistische kunstenaar.

Vandaag gaan we op de manier van Cézanne aan de slag!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cézanne, het stilleven en perspectief
Als je heel goed kijkt naar dit stilleven, zie je dat het perspectief van verschillende objecten niet klopt. Dit doet hij omdat hij hierdoor de essentie van het object beter kan laten zien. Je ziet niet dat de kan hol is als je hem van de zijkant schildert, maar in Cézannes schilderij zie je dat wel.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kubisme
Cézanne gaf met zijn gestileerde vormen en verschillende perspectieven inspiratie aan de volgende generatie kunstenaars. 
Zij zijn gaan werken in het kubisme.

Slide 11 - Tekstslide

Bron: George Braque
Picasso en zijn verschillende perspectieven
Picasso schudde de kunstwereld flink op door vrouwen op een niet-traditionele manier te schilderen. De vrouwen zijn hoekig en vanuit verschillende perspectieven geschilderd. Picasso schilderde hier nog niet kubistisch, maar dit schilderij kan net als dat van Cézanne als een voorloper worden gezien.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marcel Duchamp - Lady descending a staircase
Dit werk is niet kubistisch en niet futuristisch, maar is wel rond dezelfde tijd gemaakt. Het werk van Duchamp laat beweging zien in een stilstaand beeld en dat is precies wat de futuristen ook wilden!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Futurisme
Futuristen vonden de hoekigheid van kubisme goed, maar wilden meer snelheid weergeven in hun kunsten. 
Alles om de vooruitgang van het machinetijdperk weer te geven!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht les 1:
Teken drie keer dezelfde bloem.
1. Zo realistisch mogelijk, met één vast perspectief.
2. Gedeconstrueerd: je haalt de onderdelen van de bloem los en tekent ze los.
3. Gehusseld in een nieuwe compositie: je verplaatst de losse onderdelen en kan ze eventueel groter of kleiner maken. 
Extra - 4. Abstract: je versimpeld de onderdelen en maakt de bloem onherkenbaar.
Duur: 40 minuten (10min per tekening)

Slide 15 - Tekstslide

Geef een voorbeeld of teken op het bord om deze vorm van abstractie duidelijk te maken.
Opdracht les 2:
Luister naar de verschillende liedjes en combineer het geluid dat je hoort met beeld. 
Begrippen muziek: dynamiek, klankkleur, tempo, ritme, compositie
Begrippen beeldend: patronen, kleurcontrasten, geometrisch, organisch, compositie

Duur: 40 minuten (5min per tekening)

Slide 16 - Tekstslide

Geef een voorbeeld of teken op het bord om deze vorm van abstractie duidelijk te maken.
Opdracht les 3:
Stap 1: Abstraheer een object tot simpele vormen: vierkanten, cirkels, lijnen, vlakken etc. Knip dit uit!
Stap 2: Maak met al deze vormen verschillende composities en maak hier een foto van. Kies de beste uit en lijm dit vast!
Duur: 40 minuten 

Slide 17 - Tekstslide

Hierbij hoort een aparte slideshow.
Eindopdracht:
Maak een abstract schilderij. Je hebt de volgende opties: 
1. Schilder a.d.h.v. een muziekstuk (Kandinsky).
2. Schilder a.d.h.v. een figuratief voorbeeld (Mondriaan).
3. Schilder met compositie en vormen als basis. 

Duur: 4-6 lesuren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies