Herhaling: hoofdstuk 5 + 5.4

Vandaag
Afronden hoofdstuk 5
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
Afronden hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet vier voorbeelden van energiebronnen. Welke is een secundaire energiebron?
A
Aardolie
B
Wind
C
Elektrische stroom
D
Zon

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Energiebronnen
Primair vs. secundair:

Primair betekent dat je direct energie uit je bron haalt.
Secundair betekent dat het eerst op een andere manier is opgewekt (stroom dus)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitputbare bronnen gaan ooit op, zoals kolen, olie, gas etc.

Hernieuwbare bronnen raken nooit op, zoals wind en zon

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fossiel vs. hernieuwbaar
Fossiele brandstoffen hebben veel nadelen (vooral vervuiling)

Maar een groot nadeel van hernieuwbare bronnen is dat je geen controle hebt over hoeveel je opwerkt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt geothermische energie vandaan?
A
Van olie
B
Van de zon
C
Van wind
D
Van warmte uit de ondergrond

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geothermische energie is een hernieuwbare bron, net als zon, wind, en biomassa.

Deze vormen van energie noemen we groen; energie uit fossiele bronnen is grijs.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meest gebruikte energiebron in Frankrijk?
A
Aardolie
B
Aardgas
C
Kernenergie
D
Waterkracht

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Frankrijk heeft zelf niet veel fossiele brandstoffen, maar ze staan bekend om hun kernenergie.
Voor kernenergie gebruik je het radioactieve uranium.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5: Energie in Frankrijk
§4: Transportnetwerken
Lesdoelen: herhaling
  • Je kunt de transportnetwerken van aardgas, aardolie en kolen in Nederland en Frankrijk intekenen.
  • Je kunt de keuze voor de locaties van raffinaderijen en overslaghavens toelichten.
  • Je kunt het gebruik van hernieuwbare en uitputbare energiebronnen in Frankrijk toelichten.
  • Je kunt met twee argumenten je visie op het gebruik van kernenergie geven en met twee argumenten weerleggen.

  • Finish WB 83

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5: Energie in Frankrijk
§4: Transportnetwerken
Hoe zie je het transport van energie(bronnen) in het landschap?
De fossiele brandstoffen worden gewonnen en getransporteerd binnen en buiten Europa.
  • Aardgas wordt als vloeibaar gas (liquid natural gas, lng) via pijpleidingen vervoerd. Dit lng is sterk afgekoeld en 600x kleiner dan aardgas. De Groningse gasbel was voor NL voor eigen gebruik en export, maar FR moet aardgas importeren. Dit gas komt uit Rusland, en misschien binnenkort ook uit de VS.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5: Energie in Frankrijk
§4: Transportnetwerken
Hoe zie je het transport van energie(bronnen) in het landschap?
De fossiele brandstoffen worden gewonnen en getransporteerd binnen en buiten Europa.
  • Aardolie wordt door zowel NL als FR ingevoerd. Dit gebeurt via La Havre (grootste importeur) en Rotterdam waar terminals met overslag- en opslaginstallaties voor aardolie zijn geplaatst. Ook kan er olie worden omgezet in andere brandstoffen in de aardolieraffinaderijen bij bijv. Europoort. Deze olie e.a. brandstoffen worden via pijpleidingen en vrachtwagens verder Europa ingevoerd.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5: Energie in Frankrijk
§4: Transportnetwerken
Hoe zie je het transport van energie(bronnen) in het landschap?
De fossiele brandstoffen worden gewonnen en getransporteerd binnen en buiten Europa.
  • Kolen worden in FR en NL niet meer gewonnen, maar wordt nog wel ingevoerd om in de industrie gebruikt te worden. Ook deze producten komen in de havens aan, waarvan Rotterdam de belangrijkste overslaghaven is. De Franse havens voeren minder in, doordat Frankrijk zelf relatief weinig kolen gebruikt. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5: Energie in Frankrijk
§4: Transportnetwerken
Hoe zie je het transport van energie(bronnen) in het landschap?
Nederland en Frankrijk zijn op dit moment niet zelfvoorzienend genoeg om het eigen land te voorzien in de energiebehoefte. Het zou daarom een idee zijn om samen te werken in een zogenoemde Energie-unie, waarbij Europese landen samen voor (groene) energie zorgen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5: Energie in Frankrijk
§4: Transportnetwerken
Hoe zie je het transport van energie(bronnen) in het landschap?

Kijkvragen deel 1 (00:00-04:50):
  1. Wat gebeurt er met opgewerkte energie in Europa binnen de Energieunie?
  2. Waarom is de kerncentrale goed voor Fessenheim?
  3. Om welke twee redenen kan de kerncentrale in Fessenheim niet zomaar dicht?

Kijkvragen deel 2 (09:55-eind):
  1. Frankrijk is tegen een Energieunie. Welk voorbeeld van Franse weerstand geeft de verslaggever?
  2. De Europese Unie ("Brussel") is vóór een Energieunie. Welk milieuargument en welk politiek argument geeft de verslaggever?
  3. Bedenk waarom een nationale overheid niet graag spreekt van een 'unie'.

Slide 15 - Tekstslide

deel 1
  1. Overschotten van opgewerkte energie wordt verspreid over de lidstaten van de Europese Unie.
  2. De kerncentrale in Fessenheim zorgt voor werkgelegenheid en inkomsten.
  3. (1) Frankrijk is voor een groot gedeelte (75%) afhankelijk van kernenergie, en bij sluiting is er niet zomaar een goede vervanging. (2) Kernenergie staat symbool voor de Franse onafhankelijkheid.
deel 2
  1. Frankrijk weigert overschotten aan zonne-energie uit Spanje te gebruiken.
  2. milieuargument: het is efficiënter om de verschillende hernieuwbare energie op te wekken in landen waar deze energie in overvloed aanwezig is, vb. in Spanje schijnt veel de zon en in Nederland waait het hard. politiek argument: als één unie kan de EU energie inkopen, waardoor het sterker staat tegen bv. Rusland, omdat de EU groter is dan één lidstaat.
  3. Een nationale overheid spreekt niet graag van een unie, omdat de nationale overheid soevereiniteit moet afgeven aan de Energieunie of EU. Dit betekent dat de nationale overheid dan niet meer zelf kan beslissen over energiekwesties.
H5: Energie in Frankrijk
§4: Transportnetwerken
Hoe zie je het transport van energie(bronnen) in het landschap?
Kijkvragen deel 1 (00:00-04:50):
  1. Overschotten van opgewerkte energie worden verspreid over de lidstaten van de Energieunie/Europese unie.
  2. De kerncentrale in Fessenheim zorgt voor werkgelegenheid en inkomsten.
  3. (1) Frankrijk is voor een groot gedeelte (75%) afhankelijk van kernenergie, en bij sluiting is er niet zomaar een goede vervanging. (2) Kernenergie staat symbool voor de Franse onafhankelijkheid.

Kijkvragen deel 2 (09:55-eind):
  1. Frankrijk weigert overschotten aan zonne-energie uit Spanje te gebruiken.
  2. milieuargument: het is efficiënter om de verschillende hernieuwbare energie op te wekken in landen waar deze energie in overvloed aanwezig is, vb. in Spanje schijnt veel de zon en in Nederland waait het hard. politiek argument: als één unie kan de EU energie inkopen, waardoor het sterker staat tegen bv. Rusland, omdat de EU groter is dan één lidstaat.
  3. Een nationale overheid spreekt niet graag van een unie, omdat de nationale overheid soevereiniteit moet afgeven aan de Energieunie of EU. Dit betekent dat de nationale overheid dan niet meer zelf kan beslissen over energiekwesties.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu
Ga naar Socrative.com
toegangscode = V2090 -> start met de oefenvragen.
Je mag je boek gebruiken!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5: Energie in Frankrijk
§4: Transportnetwerken
Huiswerk






Regels
  • Samenwerken alleen op fluistertoon
  • Weet je het antwoord niet? Lees de tekst in je LB (samen) nog eens goed door
  • Komen jullie er samen niet uit? Stel je vraag aan de docent
Lezen LB
§4
blz. 70-71
Maken WB
§4: 1, 2, 3, 4 en 5
(tip: atlas- en basisboekvragen eerst!)
blz. 78-79
Leerdoelen §4 samenvatten
blz. 83

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies